Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
M12 x 1-stekker
VEGABAR 39 • Driedraads met IO-Link (2 x transistor of 4 ... 20 mA plus 1 x transistor)
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
Elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten resp. losmaken.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Opmerking:
Voed het instrument via een energiebegrensd circuit (vermogen max.
100 W) conform IEC 61010-1, z. B.:
•
Class 2-voeding (conform UL1310)
•
SELV-voeding (veiligheidslaagspanning) met passende interne of
externe begrenzing van de uitgangsstroom
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedings-
spanning:
•
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
•
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Gebruik kabel met ronde diameter aangesloten. Afhankelijk van de
connectoraansluiting moet u de kabelbuitendiameter bepalen, zodat
de afdichtende werking van de kabelwartel gewaarborgd blijft.
Het instrument wordt afhankelijk van de aansluittechniek resp. sig-
naaluitgang met standaard twee-, drie- of vieraderige kabel zonder
afscherming aangesloten.
5.2
Aansluitstappen
Voor deze steekverbinding is een prefab kabel met contrastekker
nodig.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
19