6 Draadloze tele-
foon
Draadloze telefoons zoeken
Zoekfunctie gebruiken
Deze functie helpt u bij het vinden van draadloze telefoons
die u zoekgemaakt hebt. De draadloze telefoons moeten bij
het toestel aangemeld zijn en zich in zijn bereik bevinden.
Druk aan het toestel op {. Alle bij het toestel aangemelde
draadloze telefoons rinkelen voor ongeveer een minuut.
Dect zoeken
U kunt deze functie ook oproepen door op OK,
81 en OK te drukken.
In- en uitschakelen
U kunt uw draadloze telefoon uitschakelen om stroom te
sparen. Druk lang op ' (tenminste twee seconden) om
de draadloze telefoon uit te schakelen. Druk lang op "
(tenminste twee seconden) om de draadloze telefoon in te
schakelen.
Door het menu navigeren
Door het menu navigeren
Druk op een van de twee cursortoetsen [ om het func-
tiemenu te openen. Blader door het menu met [. Met
OK kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vori-
ge menu-niveau terug. Met ' verlaat u het menu en keert
u naar de uitgangsmodus terug.
Toetsen blokkeren
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN .
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [ BEVEILIGING .
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [ TOETS.BRD BLOK .
6 Bevestig dit met OK.
7 Druk op ô Ja om de functie in te schakelen. Druk op
õ Nee om de functie uit te schakelen.
Noodnummer activeren
Noodnummer
Met deze functie kunt u een nummer als noodnummer op-
slaan. Wanneer de noodroepfunctie geactiveerd is, wordt
het nummer gekozen zodra u op " drukt. U kunt andere
telefoonnummers met de cijfertoetsen kiezen en opbellen.
Noodnummer
Wij raden aan met deze functie geen echte nood-
nummers op te slaan (bijvoorbeeld politie of brand-
weer) zodat u deze noodnummers niet per ongeluk
opbelt.
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN .
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [ BEVEILIGING .
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [ ALARMNUMMER .
18
6 Bevestig met OK.
7 Druk op õ WIJZIGEN .
8 Kies met [ ACTIVEREN om de functie in te schake-
len. Kies met [ DEACTIVEREN om de functie uit te
schakelen.
9 Bevestig dit met OK.
Bij het eerste activeren van de functie moet u een
nummer invoeren. Dit nummer blijft opgeslagen.
Noodnummer wijzigen
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN .
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [ BEVEILIGING .
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [ ALARMNUMMER .
6 Bevestig met OK.
7 Druk op õ WIJZIGEN .
8 Kies met [ NR. WIJZIGEN .
9 Bevestig dit met OK.
10 Voer het nummer in.
11 Bevestig dit met OK.
Extra functies
Terug en beëindigen
Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug.
Met ' verlaat u het menu en keert u naar de uit-
gangsmodus terug.
Wekker
Wekker
De draadloze telefoon rinkelt elke dag op het ingestelde
tijdstip met de gekozen beltoon. Druk op om het even wel-
ke toets om het alarm uit te schakelen. Indien u de wekker
helemaal wilt uitschakelen, moet u de functie deactiveren.
Wekker instellen
1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES .
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [ WEKKER .
4 Bevestig met OK.
5 Druk op õ WIJZIGEN .
6 Kies met [ BELSIGNAAL .
7 Bevestig met OK.
8 Kies met [ de gewenste beltoon.
9 Bevestig met OK.
10 Met [ stelt u het volume in.
11 Bevestig met OK.
12 Kies met [ TIJD INSTELLEN .
13 Bevestig met OK.
14 Voer het tijdstip in waarop u wilt worden gewekt, bij-
voorbeeld 07 00 voor 7 uur.
15 Bevestig met OK.
16 Bevestig met OK om de wekker in te schakelen.