De vloeistofslang
vloeistofslang op
De
De
vloeistofslang
aansluiten
aansluiten
aansluiten
Gebruik altijd een Graco-vloeistofslang op waterbasis
tussen de vloeistofuitlaat van het systeem voor
elektrische isolatie en de vloeistofinlaat van het
pistool. De vloeistofslang op waterbasis bestaat uit
een PTFE binnenbuis (FT), een geleidende laag
(FC) en een schuurbestendige buitenmantel (FJ). De
geleidende laag is aangesloten op de aarding aan
console van de pistoolfitting (104).
Blaas de vloeistofslang op waterbasis uit met lucht
en spoel deze met water om verontreiniging te
verwijderen alvorens u de slang aansluit op het
pistool. Spoel het pistool door voordat u het gebruikt.
Installeer slechts één ononderbroken Graco-slang
op waterbasis tussen de geïsoleerde
vloeistoftoevoer en het spuitpistool om het
risico op elektrische schokken te verminderen.
Voeg slangen niet samen.
1. Verwijder de luchtinlaatfitting (21) van het pistool.
Note
Deze fitting heeft een linksdraaiende
schroefdraad.
2. Verwijder de O-ring (21a) en installeer de fitting
door de console. Hermonteer de O-ring.
Figure 11 De vloeistofslang aansluiten
3A8675A
op waterbasis
waterbasis
op
waterbasis
3. Nieuwe Graco-vloeistofslangen op waterbasis
worden volledig gemonteerd geleverd en zijn
klaar voor installatie. Zie
vloeistofslang, page 100
plaatsen en herstellen van de vloeistofslang.
4. Breng rijkelijk diëlektrisch vet (44) aan op de
O-ring (107) en de schroefdraad van de fitting
aan de loop (106). Trek de fitting 38 mm (1-1/2
inch) terug en breng vet op de blootliggende
PTFE-slang aan om het gebied tussen de slang
en de fitting te vullen. Zorg dat de loopinlaat
schoon en droog is. Schroef de fitting vervolgens
in de vloeistofinlaat van de pistoolloop (1).
5. Draai de trekontlastingsmoer (102) los, zodat de
console vrij op de slang kan bewegen.
6. Breng de openingen in de console (104)
op één lijn met de luchtinlaat en de uitlaat.
Bevestig met de luchtinlaatfitting (21). Draai de
trekontlastingsmoer (102) vast om de slang te
bevestigen.
7. Controleer of de moer (105) goed vastzit op de
behuizing van de koppelring (103).
8. Druk de uitlaatbuis (36) op de slangaansluiting
van de uitlaatklep (FC). Zet vast met de klem
(43).
9. Sluit het andere uiteinde van de slang aan
op de geïsoleerde vloeistoftoevoer volgens
de instructies in de handleiding van het
isolatiesysteem. De geleidende laag van de
slang moet geaard zijn op het isolatiesysteem.
De geleidende laag van de slang (FC) moet
geaard worden door deze aan te sluiten
op de geaarde behuizing (CA) of geaarde
barrière van het isolatiesysteem. Om de
aardingscontinuïteit te handhaven, moet
de geleidende laag van de slang (FC) aan
de koppelring gekoppeld zijn wanneer de
trekontlastingsmoer wordt aangedraaid. Als
u de slang niet goed in de trekontlasting
installeert, kunt u een elektrische schok krijgen.
Figure 12 Aansluiting afgeschermde vloeistofslang
bij isolerende behuizing die niet van Graco is
Installatie
Montage en herstelling
voor instructies over het
17