7.3. BMS bedrijfsmodi
Het BMS in het Lynx Smart BMS communiceert met de accu's en beveiligt deze tegen een lage of hoge celspanning en tegen
lage of hoge temperaturen. Dergelijke gebeurtenissen worden door de accu aan het Lynx Smart BMS gemeld om de nodige actie
te ondernemen door belastingen en/of omvormers/acculaders en acculaders uit te schakelen en ofwehet Lynx Smart BMS weer
uit of aan te zetten, ofwel volledig automatisch of handmatig.
Het Lynx Smart BMS heeft 3 bedrijfsmodi:
AAN
Dit is de normale bedrijfsmodus. Alle interfaces zijn operationeel en de magneetschakelaar is gesloten. Alshet Lynx Smart BMS
is uitgeschakeldvanwege een lage celspanning of lage laadtoestand, zal de UIT-modus verlaten worden en terugkeren naar de
AAN-modus wanneer
• het een laadspanning detecteert die >11,7 V (>23,4 V voor een 24 V systeem of >46,8 V voor een 48 V system) dan de
accuspanning aan de systeemzijde, of
• als alle celspanningen hoger zijn dan 3,2 V bij een sluiting door lage celspanning, of
• als alle celspanningen hoger zijn dan 3,37 V bij een lage laadtoestand-sluiting of
• als het weer wordt ingeschakeld via de remote aan/uit-schakelaar, of
• als het weer wordt ingeschakeld via de VictronConnect-app.
De modus is ook AAN zonder laadspanning gedurende een periode van 5 minuten als er een alarm voor lage celspanning is
afgegeven.
UIT
Laagste vermogen-modus. Alle interfaces zijn uitgeschakeld en de magneetschakelaar is geopend. Deze modus wordt gebruikt
om te voorkomen dat de accu's beschadigd raken door ze te ver te ontladen.
UIT is de modus waarin het Lynx Smart BMS zal gaan bij gebruik van de remote aan/uit-schakelaar of de soft-schakelaar in de
VictronConnect-app.
Het Lynx Smart BMS schakelt ook over naar de UIT-modus met een vertraging van 5 minuten als:
• één of meerdere cellen onder de 2,8 V komen (instelbaar in accu) en er gedurende die tijd geen laadspanning wordt
gedetecteerd.
• als de ingestelde
ontladingslimiet [16]
systeemkant van het BMS.
Stand-by
Het Lynx Smart BMS kan in de stand-bymodus worden gezet met behulp van de soft-schakelaar in de VictronConnect-app of via
het GX-apparaat en wordt gebruikt als de boot is aangemeerd of de camper is geparkeerd zodat onbedoeld ontladen en opladen
van bronnen aan de systeemzijde voorkomen wordt. Alle systemen worden uitgeschakeld, behalve de apparatuur aangedreven
door de AUX-voedingspoort. We raden aan om die te gebruiken om het GX-apparaat van stroom te voorzien. Deze modus is niet
bedoeld om te worden gebruiktals de boot of camper voor een langere periode wordt gestald. Als daarom een lage celspanning
of lage laadtoestand wordt gedetecteerd (zoals bepaald door de ontladingslimietinstelling in het BMS), schakelt het Lynx Smart
BMS automatisch over naar de UIT-modus om verdere ontlading van de accu te voorkomen.
Het basisvereiste voor de soft-schakelaar om te kunnen functioneren in VictronConnect of in het GX-apparaat
is dat het contact tussen pin 10 en 11 van de multiconnector is overbrugd met een draadlus of een remote
aan/uit-schakelaar.
Zie de onderstaande tabellen voor een overzicht van de 3 bedrijfsmodi, hoe ze handmatig omgeschakeld kunnen worden en wat
de status van de interfaces zijn:
Modus
Hoofdmagneetschakelaar
Aan
Gesloten
Stand-
Open
by
Pagina 22
Lynx Smart BMS
bereikt is en vervolgens geen voldoende laadspanning gedetecteerd werd op de
ATC
ATD
Uitgang
AUX-
vermogen
Aan
Aan
Aangedreven
Uit
Uit
Aangedreven
VE.Can-
Bluetooth
poort
Functioneel
Aan
Normale
bedrijfsmodus:. Alle
interfaces zijn
operationeel.
Functioneel
Aan
Alle systemen
worden
uitgeschakeld,
behalve de
apparatuur
Inbedrijfstelling en bediening van het
Lynx Smart BMS
Beoogde gebruik