Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Victron energy Lynx Smart BMS Handleiding pagina 21

Verberg thumbnails Zie ook voor Lynx Smart BMS:
Inhoudsopgave

Advertenties

De volgende instellingen zijn instelbaar. Een volledige lijst van alle gebruikte instellingen is te vinden in de
10.3. [38]
• Opgeladen spanning: de spanningsdrempel waarboven de accumonitor synchroniseert en de laadtoestand gereset wordt
naar 100%. Voor synchronisatie moet ook aan de voorwaarden voor staartstroom en geladen detectietijd voldaan zijn. De
standaard is ingesteld op 14,0 V en kan zo nodig worden aangepast. Als de instelling van de systeemspanning wordt gewijzigd,
moet ook de instelling voor de laadspanning worden aangepast.
• Staartstroom: de stroomdrempel waaronder de accumonitor synchroniseert en de laadtoestand gereset wordt naar 100%.
Voor synchronisatie moet ook aan de voorwaarden voor laadspanning en laaddetectietijd voldaan zijn. De standaard is
ingesteld op 4% en kan zo nodig worden aangepast.
• Opgeladen detectietijd: is de tijdsduur die verstreken is waarna de accumonitor synchroniseert en de laadtoestand gereset
wordt naar 100%. Voor synchronisatie moet ook aan de voorwaarden voor laadspanning en staartstroom voldaan zijn. De
standaard is ingesteld op 3 minuten en kan zo nodig worden aangepast.
• Ontladingslimiet: deze parameter heeft twee functies:
• Het primaire gebruik is om de minimale laadtoestand in te stellen om te bepalen hoe ver de accu ontladen mag worden en
om ervoor te zorgen dat er voldoende energie overblijft voor zelfontlading na een lage laadtoestand-afsluiting.
Een beperkte ontladingsdiepte is goed voor de gezondheid van de accu, maar biedt ook back-upstroom om het systeem
draaiende te houden, bijv. tot zonsopgang voor systemen met zonnepanelen.
Als het ingestelde ontladingsniveau bereikt is, wordt een lage laadtoestand-alarm gegeven. Het BMS schakelt dan over naar
de UIT-modus met een vertraging van 5 minuten als er niet voldoende laadspanning ontdekt werd aan de systeemkant van
het BMS tegen die tijd.
Door de ontladingslimiet op nul te zetten (niet aanbevolen), wordt deze functie uitgeschakeld.
De ontladingslimiet voorkomt volledige ontlading en moet gekozen worden zodat er steeds voldoende
energie in de accu is voor zelfontlading voordat de accu opnieuw geladen kan worden.
Voorbeeld: Een ontladingslimiet van 10% levert nog steeds voldoende opgeslagen energie voor de
zelfontlading van een 200 Ah accu om ongeveer 9 maanden mee te gaan zonder opnieuw te laden.
• Het wordt gebruikt voor het berekenen van de 'Tijd over'- of de 'Tijd tot'-waarde weergegeven in de VictronConnect-app, een
aangesloten GX-apparaat of op het VRM-portal. De accumonitor gebruikt de actuele ontlaadstroom om de tijd te berekenen
die nodig is om de ingestelde ontladingslimiet te bereiken.
• Waarschuwingsniveau Lage laadtoestand: het niveau waarop een waarschuwing wordt afgegeven voordat de
ontladingslimiet is bereikt.
• Laadstatus : handmatig instellen van de laadstatus.
• Synchroniseren laadtoestand naar 100 %: handmatig synchroniseren van de laadtoestand naar 100 %.
Pagina 18
Lynx Smart BMS
VictronConnect-instellingen Lynx Smart BMS
Bijlage paragraaf
Configuratie en instellingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave