lucht geëvacueerd worden of ze kunnen via een systeem van gedwongen afvoer via
bijvoorbeeld een dampkap met afzuigsysteem geëvacueerd worden.
Wanneer geopteerd wordt voor een systeem van gedwongen evacuatie van de
verbrandingsresten moet de gastoevoer van het apparaat rechtstreeks verbonden zijn met
het afzuigsysteem zodat de gastoevoer onderbroken wordt als de afzuigcapaciteit onder
de toegelaten waarden daalt. Herstel van de gastoevoer mag enkel manueel mogelijk zijn.
Bij plaatsing onder dampkap moet de opening van het afzuigsysteem binnen de omtrek
van het apparaat geplaatst worden ten minste 1,80 m boven het grondoppervlak (zie
schema).
GEDWONGEN AFVOER
NATUURLIJKE AFVOER
Tochtonderbreker
dampkap
schoorsteenkap
E : elektrische koppeling
de schoorsteenkap wordt
de tochtonderbreker wordt
NOTA :
NOTA :
geleverd na bestelling.
geleverd na bestelling.
6.5
CONTROLE VAN GASLEKKEN.
Na plaatsing van het apparaat moet de installatie op gaslekken gecontroleerd worden.
Controleer de verbindingen van de gasleidingen met behulp van water en zeep. Zijn er
lekken dan zullen er zich bellen vormen. Gebruik nooit vlammen om lekken op te sporen.
Wanneer het toestel gebruiksklaar is controleer dan nogmaals door de gasmeter
gedurende 30 minuten te observeren zonder dat er doorstroming of verbruik van gas is.