9. GEMENGDE FORNUIZEN - GAS & ELEKTRISCH.
9.1
PLAATSING VAN HET TOESTEL.
Het toestel moet in een goed verluchte ruimte geplaatst worden, indien mogelijk voorzien
van een afzuigkap om de volledige afvoer van de tijdens het koken ontstane dampen te
verzekeren.
Alvorens het toestel in gebruik te nemen moet de beschermende verpakking volledig
verwijderd zijn. Reinig alle oppervlakken met een zachte doek, lauw water en detergent,
dit om de tijdens de fabricatie gebruikte roestwerende producten te verwijderen. Droog
alles af met een propere doek.
Voor de plaatsing van het toestel tegen muren, wanden, keukenmeubilair, decoratieve
bekleding, enz., is het wenselijk dat deze uit brandvrije materialen zijn vervaardigd. Zoniet
moet minstens een afstand van 100 mm gelaten worden tussen het toestel en de wand.
Zorg er voor dat de voorschriften in verband met brandveiligheid nageleefd worden.
De toestellen mogen, naar gelang het type, als plantoestellen, op de grond of in serie met
andere toestellen van een zelfde reeks geplaatst worden. De hoofdschakelaar en het
stoptcontact moeten in de nabijheid van de toestellen staan en moeten goed toegankelijk
zijn. Conroleer de horizontale plaatsing van de toestellen, regel de hoogte en verzeker u
van de stabiliteit door de hoogte van de poten te verstellen.
9.1.1 Reglementaire normen, technische en algemene richtlijnen.
Gedurende de plaatsing is het noodzakelijk:
1. De veiligheidsvoorschriften te respecteren.
2. De normen die in het land van plaatsing van kracht zijn te respecteren.
3. Lees aandachtig de aanbevelingen en instructies in deze handleiding. Zij verschaffen
belangrijke aanwijzingen wat betreft veiligheid, plaatsing, gebruik en onderhoud.
4. Bewaar zorgvuldig deze handleiding zodat u die op ieder gewenst moment kan
raadplegen.
9.1.2 Plaatsing elektrische toestellen.
De plaatsing, de inwerkingstelling en het onderhoud van de toestellen mag uitsluitend
gebeuren door daarvoor gekwalificeerde technici.
De plaatsing moet steeds gebeuren met inachtneming van de in het land van plaatsing
geldende normen.
De constructeur verwerpt elke vorm van verantwoordelijkheid voor wat betreft
rechtstreekse of onrechtstreekse beschadiging door een slechte plaatsing, een slecht
onderhoud, niet voorziene ingrepen op de apparaten, verkeerd gebruik of het niet
respecteren van de reglementering.