SLUIT DE VOEDINGSKABEL EERST OP DE NETKLEM AAN
VOORALEER HET TOESTEL DEFINITIEF TE PLAATSEN.
9.1.3 Aankoppeling aan het net.
1) Zoals ze geleverd zijn, zijn de fornuizen voorzien om te werken op een spanning van
400Vca+3N.
2) De aankoppeling aan het elektrisch net moet gedaan worden door plaatsing van een
automatische stroomonderbreker met aangepast vermogen, waarbij de afstand tussen
de contacten mimimum 30 mm moet zijn. De netspanning mag maximaal 10 %
verschillen van de voorziene toevoerspanning.
3) De flexibele kabel, gebruikt voor de aankoppeling aan het elektrisch net, moet ten
minste de waarden hebben van deze voor flexibele rubberen kabels van het type
H05RN-F en moet een doorsnede hebben geschikt voor maximale stroomabsorptie,
zoals aangeduid in tabel 1.1. De minimale diameter moet overeenstemmen met de
voor het type toestel gegeven waarde.
4) Voor de op de grond geplaatste fornuizen verkrijgt men toegang tot de stroomklem
door het linker beschermpaneel los te vijzen. Voer de flexibele kabel in door de
daarvoor bestemde opening en klem deze vast met de kabelbeschermer. Koppel de
geleiders aan de corresponderende aansluitklemmen aan.
5) Het is noodzakelijk het toestel te verbinden met een aarding. Hiervoor is, naast de
aansluitklem, een aardingklem voorzien. Deze klem is gemerkt met het teken
Koppel de aarding aan deze klem (groen/geel gestreepte kabel).
De kabel voor de aarding moet voldoende lang zijn om in geval van loskoppeling van
het toestel pas losgekoppeld te moeten worden nadat de geleiders losgekoppeld
werden.
NOTA: de plaatsing van de aarding moet gebeuren volgens de geldende
reglementering.
AANBEVELING VOOR DE INSTALLATEUR.
TOESTEL ZWAARDER DAN 40 kg: