1
Druk op flexibele knop
2 (w Automatisch flitsen), flexibele
knop 3 (y Flitser uit) of flexibele knop
4 (x Altijd flitsen).
U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken.
2
Kadreer het onderwerp en maak een opname.
B
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gecombineerd met andere functies (A 58).
C
Het flitserlampje
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Aan: de flitser wordt bij elke opname gebruikt.
Knipperen: de flitser wordt opgeladen. De camera kan geen opnamen
maken.
Uit: de flitser gaat niet af wanneer een opname wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor uitgeschakeld tijdens het opladen
van de flitser.
C
Effectief bereik van de flitser
De flitser heeft een bereik van circa 0,5–3,5 m in de maximale groothoekzoomstand en een bereik van circa
0,5–2,0 m in de maximale telezoomstand.
36
Flitser
Automatisch flitsen
Flitser uit
Altijd flitsen