Probleem
Camera kan niet scherpstellen.
Opnamen zijn onscherp.
Lichtstroken of gedeeltelijke
verkleuring zijn zichtbaar op
de monitor.
Er worden heldere vlekken
weergegeven in opnamen die
zijn gemaakt met flitslicht.
Flitser treedt niet in werking.
Optische zoom kan niet
worden gebruikt.
Digitale zoom kan niet
worden gebruikt.
Geen geluid wanneer de
sluiter ontspant.
Oorzaak/Oplossing
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Ga verder van
het onderwerp af staan of stel Kies een stijl in op
Foto's van dichtbij.
Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u
wilt fotograferen.
Zet AF-hulplicht in het menu Camera-instellingen op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
Gebruik de flitser.
Gebruik een statief en de zelfontspanner.
Schakel elektronische VR in.
Smear treedt op wanneer extreem helder licht op de
beeldsensor terechtkomt. Wij raden aan om bij het
opnemen van films heldere onderwerpen, zoals de zon,
weerspiegelingen van de zon en elektrische verlichting, te
vermijden.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Stel
de instelling voor de flits-stand in op y Flitser uit.
De flits-stand is ingesteld op y Flitser uit.
Kies een stijl is ingesteld op een functie die de flitser
uitschakelt.
Optische zoom kan niet worden gebruikt tijdens het
opnemen van films.
Als Kies een stijl is ingesteld op Foto's onder water,
Zachte foto's maken of Diorama-effect maken, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
Geluiden veranderen is ingesteld op Schakel
geluid uit of Kies een sluitergeluid is ingesteld op
z in het opnamemenu.
Het sluitergeluid is niet te horen wanneer Kies een
stijl is ingesteld op Reeks foto's maken.
Blokkeer de luidspreker niet.
A
43
62
84, E43
21
35
37
84, E42
79, F4
35
35
43
79
45, 47
52
45
2
F13