De flitser gebruiken
U kunt de flits-stand instellen aan de hand van de opnameomstandigheden.
De flits-stand die is geselecteerd tijdens het gebruik van A Richten en foto maken (A 34) wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 2 (x Flitser)
Beschikbare flits-standen
w
Automatisch flitsen
Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
k wordt weergegeven in het opnamescherm als deze functie is ingeschakeld.
y
Flitser uit
De flitser treedt niet in werking.
Wij adviseren u gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren bij het maken
van opnamen in donkere omgevingen.
S wordt weergegeven in het opnamescherm als deze functie is ingeschakeld.
x
Altijd flitsen
De flitser wordt bij elke opname gebruikt. Gebruiken om slecht verlichte gebieden toch te
verlichten of om een onderwerp met tegenlicht goed verlicht te krijgen.
W wordt weergegeven in het opnamescherm als deze functie is ingeschakeld.
35