3. Nadat u hebt gecontroleerd of de camera geen waterdruppeltjes bevat, opent u het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf, veegt u voorzichtig alle overgebleven water
binnen in de camera weg met een droge, zachte doek en gebruikt u het blaasbalgje om
alle vreemde materie te verwijderen.
Als u de klep opent voordat de camera grondig is afgedroogd, kunnen waterdruppeltjes op
de geheugenkaart of batterij terechtkomen.
De waterdruppels kunnen ook in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf binnendringen
(bijvoorbeeld bij de waterbestendige afdichting, de scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen).
Als dit het geval is, moet u het water opvegen met een droge zachte doek.
Als het deksel gesloten wordt terwijl de binnenkant nog nat is, kan dit condensvorming of
storingen veroorzaken.
Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met waterdruppels, kan het
geluid verslechteren of vervormd raken.
- Veeg het water op met een droge zachte doek.
- Steek de openingen in de microfoon of luidsprekers niet open met scherpe voorwerpen.
Als de binnenkant van de camera beschadigd is, zal de waterbestendigheid verminderen.
xix