Knopfuncties
3
4
Monitor
1 POWER-knop
Camera
De camera wordt ingeschakeld in de stand Fotograferen.
inschakelen:
• Monitor gaat aan
• Lens wordt uitgeschoven
2 Ontspanknop
Stilstaand beeld fotograferen
Stel de functieknop in op h, i, l, k, L, j, h, SCN en druk de ontspanknop licht in
(half). De groene LED gaat branden zodra de camera de scherpstelling en belichting vasthoudt
(scherpstelgeheugen). Druk de ontspanknop nu helemaal in om een foto te maken.
De scherpstelling vasthouden en dan de foto
samenstellen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk
dan de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
• Knippert de groene LED, dan is de camera niet goed
scherpgesteld. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te
leggen.
Videobeelden opnemen
Stel de functieknop in op n en druk de ontspanknop helemaal
in om met opnemen te beginnen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de
ontspanknop opnieuw in.
3 q-knop (Weergeven)
De camera schakelt om naar de stand Weergeven. De laatst gemaakte foto wordt weergegeven.
• Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
• Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen close-up weergeven, indexweergave en
kalenderweergave.
g"MOVIE PLAY Weergeven van videobeelden" (Blz. 18)
Als u op de q-knop drukt terwijl de camera uitgeschakeld is, gaat de camera aan in de stand
Weergeven. Als u nogmaals op de knop drukt, wordt de camera uitgeschakeld.
4 K-knop (Fotograferen)
De camera schakelt om naar de stand Fotograferen.
1 2
5
6
De camera aan en uit zetten
Groene LED
HQ
HQ
Omschakelen naar stand Weergeven /
In- en uitschakelen van de camera
Omschakelen naar de stand Fotograferen
1
Fotograferen
4
4
×
2592
2592
1944
1944
9
NL