4. Stel de papiergeleiders af op het formaat van het papier.
Wanneer u de ene papiergeleider verschuift, schuift de
andere automatisch mee.
5. Selecteer de papierlade en de instellingen van het
papierformaat die met het geplaatste afdrukmateriaal
overeenkomen met behulp van de printerdriver of het
bedieningspaneel van de printer.
Onderste standaardpapierlade en optionele
papierlade
Zie "Papierbronnen" op pagina 32 voor meer informatie over de
papierformaten en -soorten die door de onderste
standaardpapierlade en de optionele papierlade worden
ondersteund.
Volg de onderstaande instructies om papier in de printer te
plaatsen.
Opmerking:
In de volgende afbeeldingen wordt de onderste standaardpapierlade
weergegeven.
42
Papierverwerking