7
Zet de klep van het moederbord terug en draai de twee
schroeven vast.
8
Als u een netwerkkaart heeft aangeschaft die de draadloze
LAN interface ondersteunt, draait u de antenne tegen de
wijzers van de klok in (zie illustratie).
9
Sluit de netwerk- of seriële kabel aan, doe de stekker in het
stopcontact en zet de printer aan.
O
:
PMERKINGEN
• Voor informatie over configuratie en gebruik van de printer in
een netwerkomgeving, wordt u verwezen naar de handleiding
die u bij de netwerkkaart geleverd heeft gekregen. U kunt de
netwerkinstellingen ook via het bedieningspaneel regelen (zie
pagina E.6).
• Omdat de netwerkkaart en seriële interfacekaart gebruik maken
van dezelfde aansluiting op het moederbord, kunt u deze niet
allebei installeren.
P
RINTERUITBREIDINGEN INSTALLEREN
F
F.9