E.4
D
E PRINTER BINNEN EEN NETWERK GEBRUIKEN
Windows NT 4.0/2000/XP
Hostcomputer configureren
1
Start Windows.
2
Selecteer vanuit het Start menu Instellingen en
vervolgens Printers. (Windows NT/2000)
Selecteer vanuit het Start menu Printers en
faxapparaten. (Windows XP)
3
Dubbelklik op het pictogram van uw printer.
4
Selecteer in het Printer menu Delen.
5
Kruis het vakje Gedeeld aan. (Windows NT)
Kruis het vakje Gedeeld als aan. (Windows 2000)
Kruis het vakje Deze printer delen aan. (Windows XP)
6
Geef de Sharenaam in waaronder de printer wordt gedeeld
en klik op OK.
Client pc configureren
1
Klik met de rechter muisknop op Start en selecteer
Verkennen.
2
Open in de linker kolom uw netwerkmap.
3
Klik op de naam waaronder de printer gedeeld is.
4
Selecteer vanuit het Start menu Instellingen en daarna
Printers. (Windows NT/2000)
Selecteer vanuit het Start menu Printers en
faxapparaten. (Windows XP)
5
Dubbelklik op het pictogram van uw printer.
6
Selecteer in het Printer menu Eigenschappen.
7
Druk op tabblad Poorten en klik op Poort toevoegen.