Menu: Configuratie
Minimale nominale
vertrektemperatuur H1/H3
De ingestelde minimale nominale
vertrektemperatuur wordt via de
aansluitklemmen H1/3 (bijv. een
luchtverwarmingsfunctie voor poort-
sluiterinstallaties) geactiveerd. Via het
contact H1/H3 wordt de in bedienings-
regel 5950, 5960 ingestelde functie "
minimale vertrekwaarde" geactiveerd.
De ketel wordt constant op de hier
ingestelde waarde gestuurd, tot of het
H1/H3 contact weer wordt geopend of
een hogere warmteopvraag wordt
ontvangen. Zijn tegelijkertijd meer
warmteopvragen aanwezig (LPB, H1/
H3 contact, drinkwater of regel-
aarintern) wordt automatisch de
hoogste ervan geselecteerd.
Warmteopvraag 10V H1/H3
De warmteproductie krijgt een
spanningssignaal (DC 0...10V) als
warmteopvraag. De bijbehorende
nominale waarde wordt op bedienings-
regel 5954, 5964 ingesteld. Het op de
ingang H1/H3 aanwezige spannings-
signaal wordt lineair in een tempera-
tuurwaarde omgerekend en als
nominale vertrekwaarde verder
gestuurd.
De met de 10 Volt spanningswaarde
overeenkomende nominale vertrek-
waarde kan met de parameter
"warmteopvraag 10V H1/3" worden
ingesteld.
TVHw
Minimale nominale vertrektemperatuur
TVw
Nominale vertrektemperatuur
T = "Warmteopvraag - maximumwaarde"
S = "Warmteopvraag – minimumbegrenzing" = 5 °C
49