Menu: Verwarmingskringen
Oververhittingsbescherming
Een oververhittingsbescherming kan
door volgende functies worden
veroorzaakt:
•
Ingangen H1, H3
•
Boilerretourkoeling
•
Vaste brandstofketeloverver-
hittingsbescherming
Wordt een oververhittingsafvoer
geactiveerd, kan de overtollige energie
door de warmte te verminderen van de
ruimteverwarming, worden afgevoerd.
Dit kan voor elke warmtekring apart
worden ingesteld.
Bufferboiler / voorregelaar
Met bufferboiler.
Is een bufferboiler aanwezig, moet
hier worden ingevoerd, of de
verwarmingskring uit de bufferboiler
wordt gevoed of direct uit de ketel.
De bufferboilertemperatuur wordt bij
het erbij betrekken van alternatieve
warmtebronnen als regelcriterium
voor de vrijgave van extra
energiebronnen gebruikt.
Met voorregelaar / toevoerpomp.
Er wordt ingesteld, of de verwarmings-
kring vanaf de voorregelaar resp. met
de toevoerpomp (afhankelijk van de
installatie moet worden gevoed.
Remote-/modemfunctie
Bij externe omschakeling van de
bedrijfsmodus (H1/H3) is selecteerbaar,
of van de nominale normaalwaarde op
de nominale reductiewaarde of op de
nominale beschermfunctie waarde
wordt omgeschakeld.
Regelnr.
Bedieningsregel
HK1
HK2 HK3P
861
1161 1461
Oververhittingstemperatuur-
vermindering
Uit
Verwarmingsfunctie
Altijd
Regelnr.
HK1
HK2
HKP
870
1170
1470 Met bufferboiler
872
1172
1472 Met voorregelaar / toevoerpomp Nee
Regelnr.
HK1
HK2
HKP
900
1200
1500
Bedieningsregel
Bedieningsregel
Bedrijfsmodus-
omschakeling
Fabrieksinstelling
Uit
Fabrieksinstelling
Nee
Fabrieksinstelling
Beschermings-
werking
33