Menu: zonne-energie
Algemeen geldt:
De zonne-energiefunctie en het zonne-
energiemenu zijn pas actief, wanneer
in het menu configuratie aan een
multifunctieuitgang 5890-5892 de
zonne-energiefunctie werd toegewezen
en de betreffende multifunctiesensor
5930-5934 werd geactiveerd.
Zonne-energie
Laadregelaar (dT)
Voor het laden van de boiler via de
warmtewisselaar moet er een voldoen-
de groot temperatuurverschil zijn
tussen de collector en de boiler en
moet de minimale laadtemperatuur
bereikt zijn.
T
TSp
On
OFF
Startfunctie
Startfunctie collector
Wanneer de temperatuur aan de
collector (vooral bij vacuümbuizen)
niet correct gemeten kan worden bij
uitgeschakelde pomp, kan de pomp
van tijd tot tijd opnieuw ingeschakeld
worden.
Minimale looptijd collectorpomp
Met deze functie wordt de
collectorpomp periodiek ingeschakeld
gedurende ten minste de ingestelde
minimumlooptijd.
Vorstbescherming collector
Bij kans op vorst aan de collector wordt
de collectorpomp gestart om bevriezen
van de warmtedrager te voorkomen.
•
Wanneer de collectortemperatuur
daalt tot onder de vorstbe-
schermingstemperatuur, dan wordt
de collectorpomp ingeschakeld.
TKol < TKolFrost.
•
Wanneer de collectortemperatuur
1°K stijgt boven de vorstbescher-
mingstemperatuur wordt de
collectorpomp opnieuw uitge-
schakeld TKol > TKolFrost + 1.
38
Regelnr.
Bedieningsregel
3810
Temp'versch AAN wisselaar
3811
Temp'versch UIT wisselaar
3812
Laadtemp min. wisselaar 1 30°C
Tkol
Regelnr.
Bedieningsregel
3830
Collectorstartfunctie
3831
Minimale looptijd collectorpomp
Regelnr.
Bedieningsregel
3840
Collectorvorstbescherming
Fabrieksinstelling
8 K
4 K
30°C
SdEin
SdAus
Tkol
On/Off
SdEin
SdAus
t
Fabrieksinstelling
Om de 10 min
10 sec
Fabrieksinstelling
UIT
Collectortemperatuur
Collectorpomp
Temp'diff AAN
Temp'diff UIT