ZELFAANDRIJVENDE HOOGWERKER LIGHTLIFT 2010
de machine, of controleer de efficiëntie van het stroomnetwerk als de bodem deze han‑
deling niet toelaat (bijv. binnenin gebouwen).
‑
Controleer of alle noodstopknoppen inactief zijn. Deze situatie is zichtbaar op het
display van de afstandsbediening. Kijk of de icoon in positie 7 afwezig is.
Indien een startpoging met een ingedrukte noodstopknop ondernomen wordt, zal het
display een foutbericht tonen wanneer op de startknop wordt gedrukt.
‑
Als geprobeerd wordt een van de twee motoren te starten terwijl de andere al in bewe‑
ging is, vindt de inschakeling niet plaats en verschijnt de icoon, die op de reeds actieve
motor duidt, midden op het scherm.
‑
Druk vervolgens op de knop van de afstandsbediening om de motor te starten.
HET STARTEN VAN DE MOTOR MOET ALTIJD PLAATSVINDEN TERWIJL ALLE KNOP‑
PEN EN JOYSTICKS VOOR DE BEDIENING IN DE NEUTRALE STAND STAAN.
Controleer altijd of er geen ongewenste voorwerpen zijn (bijv. takken), die per ongeluk een
bedieningsorgaan in werking zouden kunnen stellen. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat
de hoogwerker onafhankelijk van de wil van de operator in beweging gebracht wordt en
persoonlijk, zelfs ernstig letsel en/of materiële schade veroorzaakt.
Controleer of alle handmatige bedieningsorganen van de proportionele spoelen in de rust‑
stand staan.
MULL201060113
HINOWA
73