N-560 Gebruiksaanwijking
5. De indicator Puls zoeken brandt nadat er geslaagde metingen
zijn verricht.
•
Controleer de patiënt.
•
Het is mogelijk dat de perfusie te laag is waardoor de N-560 geen
puls kan waarnemen. Probeer de N-560 op iemand anders uit.
Bevestig de sensor op een andere plaats. Probeer een ander type
sensor. Raadpleeg Factoren die de werking van de sensor kunnen
beïnvloeden op pagina 81.
•
Het is mogelijk dat de N-560 geen puls kan waarnemen door
interferentie. Controleer of de
vastgemaakt en vervang deze indien nodig. De plaats van de
-sensor veranderen. Gebruik een type
O
M
XI
AX
beter contact maakt met de huid van de patiënt, zoals een
zelfklevende
O
XI
•
Het is mogelijk dat de N-560 geen puls kan waarnemen door
elektromagnetische interferentie. Verwijder de interferentiebron
(isoleer bijvoorbeeld de elektromagnetische bron of stabiliseer de
sensorlocatie). Lees de waarschuwing in EMI
(elektromagnetische interferentie) op pagina 90.
•
Misschien zit de
omgevingslicht, of is de
extremiteit met een bloeddrukmanchet, een arteriële katheter of
een intraveneuze infuuslijn. Bevestig de sensor zo nodig op een
andere plaats.
-sensor goed is
O
M
XI
AX
-sensor.
M
AX
-sensor te strak, is er te veel
O
M
XI
AX
-sensor aangebracht op een
O
M
XI
AX
Storingen verhelpen
-sensor dat
O
M
XI
AX
89