N-560 Gebruiksaanwijking
Beschrijving van toetsen, indicatoren en symbolen
De indicator Sensorbericht . Deze brandt wanneer de N-560 geen SpO
of pulsfrequentiewaarde kan bepalen. De aanbevelingen voor
Sensorbericht om het signaal te verbeteren zijn:
•
De sensor verplaatsen
•
De zelfklevende bevestiging controleren of vervangen
•
Een andere plaats kiezen
•
De toepassingsplaats verwarmen
•
De sensor bedekken
•
Een voorhoofd-, neus- of oorsensor gebruiken (enkel bij
volwassen patiënten)
•
Een zelfklevende O
•
De kabel bevestigen
•
Met hoofdband bevestigen (M
•
Nagellak verwijderen
•
De sensor losser bevestigen (te vast)
•
Externe interferentie isoleren (elektrochirurgisch apparaat,
mobiele telefoon)
•
De bevestigingsplaats reinigen (MAX-R)
De Data in sensor -indicator. De indicator knippert gedurende ongeveer
één minuut wanneer die voor de eerste keer op de N-560 wordt
aangesloten om weer te geven dat de aangebrachte O
eventgegevens van een patiënt bevat. De indicator brandt continu om
weer te geven dat het geheugen van de aangebrachte sensor vol is. De
indicator brandt niet wanneer er geen gegevens in de sensor zitten, ook al
is er een geldige sensor op de N-560 aangesloten.
De SatSeconds
TM
-indicator. Wordt rechtsom gevuld naarmate het
SatSeconds-alarmbeheer de drempel van de SatSeconds-alarmgrens
nadert. Alle segmenten van de indicator SatSeconds knipperen tijdens een
SatSeconds-alarm. Indien een andere instelling dan UIT is geselecteerd
voor SatSeconds, zal de groene LED bovenaan de SatSeconds-indicator
aan gaan. De groene LED helemaal bovenaan geeft weer dat het
SatSeconds-alarmmanagement ingeschakeld is.
M
-sensor gebruiken
XI
AX
-F
)
AX
AST
-
2
M
-sensor sensor-
XI
AX
13