Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleemoplossing
OPMERKING: Bekijk eerst alle mogelijke oplossingen
OPMERKING:
OPMERKING:
voordat u de pomp uit elkaar haalt.
Probleem
Probleem
Probleem
Lage uitvoer van de
pomp bij beide slagen
Geen uitvoer
De pomp werkt niet
Geen druk of doorvoer
De driver wordt niet
ingeschakeld
22
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
De vloeistof is op
Verstopte uitlaatleiding voor
materiaal, pistool* etc.; de
binnendiameter van de slang
is te klein
Versleten zuigerpakkingen
Verkeerd geïnstalleerde inlaat
of terugslagventielen voor de
zuiger
Het inlaatventiel is verstopt.
De vloeistof is op
De vloeistof is op
Verstopte materiaalslang of
pistool*
Er is vloeistof opgedroogd op
de zuigerstang
Onderdelen van de driver zijn
versleten of beschadigd
Er lekt vloeistof uit de
breekplaat
Het inlaatventiel is verstopt.
Lekkage afvoerventiel
Te hoge spanning (meer dan
300 V)
Geen voeding naar de
besturingskaart.
OPMERKING: Het statuslampje (L) op de driver
OPMERKING:
OPMERKING:
knippert als er een fout is gedetecteerd.
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Vul de pomp weer, zodat de lucht eruit
verdreven wordt.
Reinig de slang, de uitlaatkeerklep of het
pistool; gebruik een slang met een grotere
binnendiameter.
Vervang. Raadpleeg de handleiding van de
onderpomp van de pomp.
Controleren en repareren. Raadpleeg de
handleiding van de onderpomp van de pomp.
Reinig het inlaatventiel.
Vul de pomp weer, zodat de lucht eruit
verdreven wordt.
Vul de pomp weer, zodat de lucht eruit
verdreven wordt.
Reinig de slang of het pistool.
Haal de pomp uit elkaar en reinig deze (zie de
handleiding voor de onderpomp). Zet de pomp
in het vervolg stil in de onderste stand van de
slag. Zorg dat het reservoir gevuld blijft met een
geschikt oplosmiddel.
Repareer of vervang de driver. Verwijder de
onderpomp van de driver. Als de driver niet
kan worden uit- en ingeschakeld en er geen
knipperende foutcode wordt aangegeven,
probeer dan de problemen met de driver op te
lossen of vervang deze.
Vervang de breekplaat; vervang deze niet door
een buisplug.
Reinig het inlaatventiel.
Sluit of vervang het afvoerventiel.
Zie de voedingsvereisten in de installatiehan-
dleiding van de Driver.
Controleer of de voeding is aangesloten.
Controleer de aansluitingen van de
aansluitdoos.
3A4533E