Afbeeldingberichten
• Verwijderen: hiermee kunt u het object uit
het bericht verwijderen.
• Duur: hiermee kunt u instellen hoe lang de
tekst, een afbeelding of een geluid wordt
weergegeven in het berichtweergavescherm.
Na een bepaalde tijd wordt het volgende item
weergegeven en daarna de volgende pagina.
• Verzenden: hiermee kunt u het bericht
verzenden.
• Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in het
vak Concepten (Menu 2.3) of Sjablonen
(Menu 2.5) zodat u het later kunt gebruiken.
• Instellingen: hiermee kunt u de instellingen
van het bericht wijzigen. Zie pagina 88 voor
meer informatie over de opties voor
instellingen.
• Bestemming toevoegen: hiermee kunt u
bestemmingsadressen invoeren. Zie stap 7 tot
en met 12.
• Voorbeeld: hiermee geeft u het bericht weer
zoals het wordt weergegeven op de telefoon
van de ontvanger.
Opmerking: de beschikbare opties variëren
afhankelijk van het item dat u hebt geselecteerd in
het berichtscherm.
6. Wanneer het bericht klaar is, markeert u de
optie Verzenden en drukt u op de functietoets
Kies.
7. Selecteer Aan, CC of BCC om een
bestemmingsnummer of -adres in te voeren en
druk op de functietoets Kies.
84
8. Kies een van de volgende opties en druk op de
functietoets Kies:
• Telefoonnummer: hier kunt u het gewenste
telefoonnummer intoetsen.
• E-mail: hier kunt u het adres van de
ontvanger intoetsen als u het bericht als e-
mail wilt verzenden.
• Telefoonlijst: hiermee kunt u een nummer
ophalen uit de telefoonlijst.
9. Voer een telefoonnummer of adres in, of
selecteer een nummer in de telefoonlijst.
10. Wanneer het juiste nummer of adres wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets OK.
11. Nadat u de bestemming hebt toegevoegd, drukt
u op de functietoets Kies wanneer
Bestemming toevoegen is gemarkeerd.
Herhaal deze procedure vanaf stap 8.
Als u een bestemming wilt bewerken, selecteert
u er een en drukt u op de functietoets Kies. U
kunt het item nu wijzigen of verwijderen.
12. Wanneer u alle bestemmingen hebt
toegevoegd, drukt u op de toets C of de
functietoets
.
13. Herhaal stap 7 tot en met 12 om nummers of
adressen in te voeren.
U kunt maximaal tien bestemmingen invoeren
voor Aan, CC en BCC.
14. Wanneer u de bestemmingen hebt ingevoerd,
markeert u de optie Verzenden en drukt u op
de functietoets Kies in het scherm
afbeeldingbericht verzenden.
Het bericht wordt verzonden.
Afbeeldingberichten
85