Regeltoetsen
De toetsbediening controleert alle ovenfuncties. Gebruik de toetsbediening om combinaties
in te stellen van de kookfunctie, de kooktemperatuur en de automatische timing.
Raak daarvoor altijd slechts eenmaal een regeltoets aan.
Om een kookfunctie in te stellen, raakt u een regeltoets aan en houdt u deze vast.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of
vanwege defecte onderdelen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die indien nodig
de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automa-
tisch weer ingeschakeld.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de opper-
vlakken van het apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt, blijft de koelven-
tilator werken tot de oven is afgekoeld.
DAGELIJKS GEBRUIK
Indicatielampjes
1
Symboolstatusbalk
2
Menustatusbalk
3
Tekstregel
4
Klokfuncties. Werkingsperiode
5
Inzetniveaus
6
Tijdsinstelling
7
Warmte-indicator
8
Temperatuur
Balk menustatus
Een balk in de statusbalk knippert.
De statusbalk wordt niet weergegeven. • De oven begint te verwarmen.
1
XXXXX XXXX
8
Indicatie
2
7
6
5
De positie in een menu wordt weergegeven.
• De ingestelde tijd begint te verstrijken.
Dagelijks gebruik
3
4
Functie
37