Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vereisten Voor Inbedrijfstelling; Gaspaden Controleren Op Lekkage - Siemens SIPROCESS GA700 Series Beknopte Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor SIPROCESS GA700 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

In bedrijf nemen
5.4 Gaspaden controleren op lekkage
Veiligheidsvoorziening voor de drukbehuizing in Zone 2
Een ongeschikt veiligheidsapparaat voor de drukbehuizing in Zone 2 kan leiden tot
explosiegevaar in explosiegevaarlijke omgevingen. Neem daarom de volgende instructies in
acht:
• Als u geen ontvlambare gassen of gas/luchtmengsels (monstergassen) in het apparaat
inbrengt, gebruik dan het beschermingstype "Vereenvoudigde drukbehuizing Ex pz" in zone
2.
• Als u ontvlambare of soms explosieve gassen of gas/lucht-mengsels (monstergassen) in het
apparaat inbrengt, gebruik dan het beschermingstype "Drukbehuizing Ex px/py". Volgens de
NFPA 496 voor Noord-Amerika mogen ontvlambare gassen worden toegevoerd met behulp
van de APU beschreven in hoofdstuk "Ex pz veiligheidsuitrusting (Pagina 119)".
• Spoel het apparaat door met een goedgekeurd veiligheidsapparaat in overeenstemming met
de specificaties in het hoofdstuk "Technische gegevens (Pagina 91)".
5.3
Vereisten voor inbedrijfstelling
Aan de volgende vereisten moet worden voldaan voordat u het apparaat in bedrijf stelt:
• Het apparaat heeft minstens één analysatormodule.
• Alle vereiste gasleidingen en apparatuur zijn aangesloten op het apparaat.
• Er is geen gas in het apparaat ingebracht.
Er is informatie beschikbaar over het correct aansluiten van de gasleidingen:
• in hoofdstuk "Gasaansluitingen (Pagina 45)" en
• in de apparaatspecifieke Bedieningshandleiding.
Als u een Ex p veiligheidsvoorziening gebruikt voor het drukbehuizingssysteem, vindt u de
vereiste informatie in de bijbehorende documentatie. Aanvullende informatie is beschikbaar
in de paragraaf "Ex px veiligheidsuitrusting (Pagina 111)".
5.4

Gaspaden controleren op lekkage

De analysators mogen alleen worden gebruikt als alle vereiste gasinlaat- en gasuitlaatleidingen
zijn aangesloten voorafgaand aan de inbedrijfstelling. Gevaarlijke en/of ontvlambare gassen
mogen alleen worden toegevoerd nadat alle gaspaden zijn getest op lekkages en dichtheid met
1,5 maal de respectievelijke maximaal toelaatbare werkdruk.
De operator van het apparaat is verantwoordelijk voor de vereiste gasinlaat- en
-uitlaatleidingen. In het geval van een apparaat dat wordt gebruikt met een drukbehuizing Ex
p, moeten deze ook voldoen aan de beschermingseisen voor "Drukbehuizing" en afzonderlijk
worden getest in overeenstemming met de EN IEC 60079-2 norm.
72
SIPROCESS GA700 apparaten voor rack- en wandmontage
Beknopte bedieningshandleiding, 06/2023, A5E35134047-AB

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave