Aansluiten
4.7 Het wandgemonteerde apparaat aansluiten
Minimumvereisten voor explosiebescherming bij drukbehuizing
In principe kan voor IEC/ATEX-toepassingen alle veiligheidsapparatuur Ex px, Ex py of Ex pz
met een typetestcertificaat voor gevaarlijke zones worden gebruikt.
Deze veiligheidsuitrusting moet ten minste de volgende kenmerken hebben:
• Veiligheidsniveau voor bewaking:
– Tijdens het voorspoelen: Ten minste categorie 3 van EN ISO 13849-1
– Tijdens het bedrijf Ten minste categorie 1 van EN ISO 13849-1
– of andere vergelijkbare internationale standaarden.
• Instelbare automatische voorspoelfase voor Ex px/py: De spoelgasflow moet ≥ 60 l/min zijn.
• Beperking van de druk van het spoelgas tijdens de voorspoelfase: < 110 hPa relatief
• Het debiet van het spoelgas moet worden bewaakt op >= 1 l/min.
• Aansluiting of spoelgasleidingen: ∅ 12 mm (0,47 inch) van/naar analysator
• Voor Ex px: Relaiscontacten voor scheiden van de voeding van de analysator op alle polen
(inschakelstroom >50 A)
• Voor Ex px: Relaiscontacten voor het scheiden van extra apparatuur (bijv. Ex-scheidingsrelais)
• Toegangsbeveiliging tegen onbevoegde personen
Geschikte Ex px veiligheidsuitrusting wordt getoond in het hoofdstuk "Ex px
veiligheidsuitrusting (Pagina 111)" met een drukbehuizingssysteem als voorbeeld.
Voor brandbare gassen raden we Ex px aan, omdat anders alle elektrische circuits voor
voeding, signalen en communicatie handmatig moeten worden uitgeschakeld als het
doorspoelen mislukt.
Meer informatie over Ex p spoeling
Zorg er bij het afvoeren van het spoelgas voor dat de drukdaling via de uitlaatluchtleiding niet
leidt tot het uitschakelen van de volgende componenten:
• Ex p veiligheidsuitrusting tijdens de voorspoelfase
• Analysator tijdens de bedrijfsfase
Om dit te bereiken moet de uitlaatluchtleiding de juiste afmetingen hebben (bijvoorbeeld
met een binnendiameter van G1" kan de lengte van de uitlaatluchtleiding ongeveer 20 m
zijn).
• Houd u altijd aan de voorspoeltijd die kan worden ingesteld bij de Ex p
veiligheidsuitrusting.
De voorspoeltijd bedraagt 10 minuten bij een spoelgasdebiet van 60 l/min.
• Voer geen monstergas naar de analysator totdat de voorspoelfase is beëindigd.
• OXYMAT 7: Voordat er monstergas wordt toegevoerd, moet de microflow-sensor
betrouwbaar worden gespoeld met referentiegas. Het referentiegas moet daarom ook
aangesloten zijn (voorspoelperiode - 10min) wanneer de Ex p veiligheidsapparatuur wordt
ingeschakeld.
Wij wijzen erop dat de druk van het referentiegas altijd 2000 hPa (± 150 hPa) hoger moet zijn
dan de druk van het monstergas.
60
SIPROCESS GA700 apparaten voor rack- en wandmontage
Beknopte bedieningshandleiding, 06/2023, A5E35134047-AB