4
Systeem instellen
De unit in- en uitschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld door op de aan/uit-knop te
drukken.
Houd de Aan/uit-knop ingedrukt om de unit uit te schakelen
Als de knop wordt losgelaten voordat de apparatuur is
uitgeschakeld, wordt de uitschakeling geannuleerd.
U kunt de unit ook uitschakelen in het dialoogvenster Systeem
regelingen.
Voor de eerste keer opstarten
Wanneer de unit de eerste keer wordt opgestart, of na het resetten,
worden er verschillende dialoogvensters op de unit weergegeven.
Volg de aanwijzingen in de dialoogvensters om de basisinstellingen
in te voeren.
In het dialoogvenster Systeem regelingen kunt u verdere
instellingen invoeren en instellingen later wijzigen.
Volgorde voor instellen van systeem
1
Algemene instellingen - zie "Systeeminstellingen" op pagina
32.
•
Kies de gewenste algemene instellingen.
2
Geavanceerde instellingen - zie "Geavanceerd" op pagina
33.
•
Schakel functies in- of uit.
•
Bekijk de verschillende geavanceerde instellingen en
breng de gewenste wijzigingen aan.
3
Bronselectie - zie "Netwerkinstellingen" op pagina 50.
•
Zorg dat de juiste externe gegevensbronnen zijn
geselecteerd.
4
Functies instellen
•
Configureer bepaalde functies, zoals verderop in dit
hoofdstuk wordt beschreven.
Systeem instellen
| Vulcan Series Installatiehandleiding
31