Knopfuncties
1 2
1 POWER-knop
Power aan:
Stand Fotograferen
• Monitor gaat aan
• Lens wordt uitgeschoven
2 Ontspanknop
Stilstaande beelden fotograferen
Stel de functieknop in op K, h of
De groene LED gaat branden zodra de camera de scherpstelling en belichting vasthoudt
(scherpstelgeheugen). Druk de ontspanknop nu helemaal in om een foto te maken.
Groene LED
[ ]
AF-vergrendeling-teken
k
k
[ ]
Videobeelden opnemen
Stel de functieknop in op n en druk de ontspanknop licht in om de scherpstelling vast te leggen
en druk de ontspanknop dan volledig in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van
videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
Standen Fotograferen
3
Stand Weergeven
en druk de druk de ontspanknop licht in (half).
De scherpstelling vasthouden en dan de foto
afkaderen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan
de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
• Knippert de groene LED, dan zijn de scherpstelling en belichting
niet goed aangepast. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te
leggen.
4 4
De scherpstelling vastleggen (AF-vergrendeling)
Als het motiefprogramma k of H is, kunt u de scherpstelling
vastleggen door op
AF-vergrendeling te annuleren.
g "
Fotograferen door een motiefprogramma te
selecteren afhankelijk van de situatie" (blz. 10)
4 4
Stand Fotograferen
De camera aan en uit zetten
Stand Weergeven
• Monitor gaat aan
te drukken. Druk nogmaals op
[ ]
4 4
Fotograferen
om de
9
NL
2