Uw camera beter leren kennen
Dit zijn de factoren die bewegingsonscherpte kunnen veroorzaken:
• Als u de digitale zoomfunctie, de optische zoomfunctie of sterke vergrotingen gebruikt om een
foto te maken
• Als een lange sluitertijd is ingesteld om een donker object te fotograferen
• Als de flitser niet gebruikt kan worden of als er een stand
geselecteerd.
• Druk tijdens het weergeven van albums op q om terug te keren naar de
enkelbeeldweergave.
Foto's maken zonder flitser
De flitser ontsteekt automatisch als er te weinig licht is. Als het object te ver weg is, heeft de flitser
geen invloed. Hier wordt beschreven hoe u in dergelijke situaties foto's dient te maken zonder de
flitser.
Zet de camera in de stand h
• Omdat de gevoeligheid van de CCD automatisch wordt verhoogd, kunt u de camera
vasthouden en foto's maken op donkere plekken met de flitser uit.
g "h Fotograferen met onderdrukken van onscherpte" (blz. 10)
Kies een hogere [ISO]-instelling
• Kies een hogere waarde van de [ISO]-instelling.
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (blz. 19)
Het beeld is te korrelig
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat het beeld korrelig wordt.
Digitaal zoomen om close-ups te maken
• Digitaal zoomen maakt een uitsnede van het beeld en geeft die vergroot weer. Hoe sterker
6
de vergroting, hoe korreliger het beeld.
g "DIGITAL ZOOM Inzoomen op uw object" (blz. 20)
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de [ISO]-instelling verhoogt, kan er "ruis" ontstaan, dat als puntjes met ongewenste
kleuren of als oneffenheden in de kleur verschijnt, en het beeld korrelig maken. Deze
camera is uitgerust met een functie voor het fotograferen met een hoge gevoeligheid met
ruisonderdrukking. Door de ISO-gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere
beelden dan wanneer er een lagere gevoeligheid wordt gebruikt.
g "ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (blz. 19)
Foto's maken met de juiste kleur
• De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de
lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan
bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar
afhankelijk van het object kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen van de
[WB]-instelling.
• Als het object zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt
• Als het object wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen,
bijvoorbeeld wanneer het object zich vlakbij een raam bevindt
• Als de kleur wit niet in het midden van het beeld voorkomt
g "WB Kleur van een foto aanpassen" (blz. 19)
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
• Dergelijke foto's maakt u met
een zonnige dag aan het strand of in de sneeuw.
g "
situatie" (blz. 10)
54
NL
K
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
in de stand
. Geschikt voor het maken van foto's op
met lange sluitertijd is