29.1 Meegeleverd
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op trans-
portschade en de volledigheid van de levering.
Al naar gelang de apparaatconfiguratie zijn verschillen-
de grepen en afdekkingen mogelijk. De afbeelding is
slechts een voorbeeld.
29.2 Algemene montage-instructies
Neem deze aanwijzingen in acht voordat u
met het inbouwen van het apparaat begint.
¡ Alleen als de inbouw op deskundige wijze
en conform dit installatievoorschrift wordt
uitgevoerd, is de veiligheid bij het gebruik
gegarandeerd. De monteur is aansprakelijk
voor schade als gevolg van een verkeerde
inbouw.
¡ Gebruik de deurgreep niet voor transport of
inbouw.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡ Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡ Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡ Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡ Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡ De contactdoos van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak
buiten de inbouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een
gebruikelijke, in de handel verkrijgbare
montagebeugel
vestigd.
¡ Draag werkhandschoenen ter voorkoming
van snijwonden. Onderdelen die tijdens het
inbouwen toegankelijk zijn, kunnen scherpe
randen hebben.
¡ Maataanduidingen van de afbeeldingen in
mm.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar:
magnetisme!
Let op! magnetisme
Opgelet voor personen met pacema-
ker
Op het bedieningspaneel en in de bedienings-
elementen worden permanente magneten toe-
gepast. Deze kunnen de werking van elektro-
nische implantaten, bijv. pacemakers of insuli-
nepompen beïnvloeden.
▶ Personen met elektronische implantaten
dienen minimaal een afstand van 10 cm tot
het bedieningspaneel en tot magnetische
bedieningselementen aan te houden.
▶ Nooit het bedieningselement in de zakken
van kleding dragen.
Montagehandleiding nl
aan de wand worden be-
of
45