NIVEAUS CONTROLEREN
ATTENTIE
Rook nooit tijdens werk-
zaamheden in de motor-
ruimte: er kunnen licht ontvlamba-
re gassen aanwezig zijn; brandge-
vaar.
Belangrijk; tijdens het bij-
vullen mogen de vloeistoffen
met verschillende specifica-
ties niet gemengd worden:
als de specificaties van de vloeistof-
fen verschillen, kan de auto ernstig
beschadigd worden.
1. Motorkoelvloeistof
2. Accu
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie
6. Olie van stuurbekrachtiging
fig. 21 – 1.4-uitvoeringen
FOTO374m
15