Nederlands
LD-W-2
Om de functie-uitgang in het latere gebruik via „function" te kunnen
schakelen worden op de rijregelaar de volgende instellingen gedaan:
Rijstap 1: Uitgang wordt bij achteruitrijden ingeschakeld.
Rijstap 2: Uitgang wordt bij vooruit rijden ingeschakeld.
Rijstap 3: Uitgang wordt richtingsonafhankelijk geschakeld.
Aanwijzing: Bij de Märklin* Central Unit 6021 komen de rijstappen 1,2
en 3 overeen met de instellingen 20, 40 en 60.
Voor het bevestigen van de invoer schakelt u de „function" eenmaal
aan en weer uit.
Instellen van de dimfunctie: Het dimmen wordt met behulp van de
rijregelaar ingesteld. Rijstap 0 betekent minimaal instelbare spanning
op de uitgang (met aangesloten lamp minimale helderheid), rijstap 14
(250 bij Märklin Control Unit 6021) maximaal instelbare spanning.
Bevestig de invoer door het eenmalig aan- en uitschakelen van de
„function" -toets.
Herhaal het toewijzen van de functietoetsen en de instelling van de
dimfunctie voor de overige drie functie-uitgangen. U kunt het
programmeren van een niet aangesloten uitgang overslaan door 2 maal
de „function" –toets in en uit te schakelen.
Wanneer alle functies zijn ingesteld knipperen alle aangesloten lampjes
meerdere malen kort na elkaar. U komt dan automatisch in het menu
„Rijeigenschappen instellen".
Wanneer u het programma wilt beëindigen moet u de loc stroomloos
maken voor 15 tot 20 seconden.
Pagina 106