LD-W-2
De ingestelde toestand van de functie-uitgangen wordt opgeslagen.
Ook als de decoder langere tijd geen stroom kreeg, worden deze bij het
opnieuw inschakelen weer ingesteld.
Toewijzing: De toewijzing van de functietoetsen aan de functie-
uitgangen van de decoder is vrij naar keuze. Het is mogelijk om een
functie-uitgang aan meerdere functietoetsen toe te wijzen. Functie-
uitgangen die aan de functie „function" zijn toegewezen kunnen
rijrichtingafhankelijk worden geschakeld.
Voorbeeld: De verlichting van een rangeerloc wordt zowel aan de
functie F1 als aan de functie „function" toegewezen. Binnen het
rangeerbedrijf wordt de verlichting via F1 geschakeld, bij het gewone
rijden rijrichtingafhankelijk via „function".
Dimmen: Alle functie-uitgangen kunnen afzonderlijk worden gedimd.
Voorbeeld: De voor het analoog bedrijf bedoelde lampjes van oudere
locs kunnen worden gedimd en hoeven daarom na het inbouwen van
de decoder niet te worden verwisseld.
Voorbeeld: De frontverlichting wordt op twee functie-uitgangen
aangesloten. Via de ene functietoets wordt de standaard verlichting
geschakeld en via de andere functietoets het grootlicht.
Terugmelden van het adres
In de programmeermode kan het adres worden opgevraagd. Het adres
wordt
versleuteld
weergegeven.
Online-programmeren
Het adres, de rijeigenschappen en de totale werking wordt online
geprogrammeerd. Dit betekent:
§
Om de programmeermode van de decoder te starten en het
gewenste (nieuwe) adres in te voeren, is het invoeren van het
huidige adres niet noodzakelijk.
§
Tijdens het programmeren van de rijeigenschappen (vertrek- en
maximumsnelheid, optrek- en remsnelheid) rijdt de loc op de rails.
Door het draaien van de rijregelaar worden de rijeigenschappen
door
het
knipperen
Nederlands
van
de
locverlichting
Pagina 97