22
VEILIGHEID
Telkens wanneer de machine gestopt is, stroomt lucht van
apparaten of systemen stroomafwaarts van de machine terug in het
compressorsysteem, tenzij de persluchtkraan gesloten is. Bij de
persluchtkraan een terugslagklep installeren om terugstromen te
voorkomen bij onverwachte uitschakeling wanneer de persluchtkraan
open staat.
Ontkoppelde luchtslangen kunnen terugzwiepen en ernstig letsel of
de dood veroorzaken. Op elke slang bij de bron of aftakleiding een
veiligheid stromingsbeperker installeren conform OSHA Regulation
29CFR Section 1926.302(b).
Nooit de
unit
gestopt
luchtketel−separator systeem.
Materialen
De volgende stoffen kunnen tijdens gebruik van de kompressor
vrijkomen:
.
stof afkomstig van de remvoering
.
uitlaatgassen van de motor
VERMIJD INADEMING
Zorg te allen tijde voor voldoende ventilatie voor het koelsysteem
en de uitlaatgassen.
De volgende stoffen die bij de produktie van deze kompressor zijn
gebruikt, kunnen bij verkeerd gebruik schadelijk zijn voor de
gezondheid:
.
smeermiddel voor de kompressor
.
smeermiddel voor de motor
.
beschermend vet
.
antiroest
.
dieselolie
.
elektrolyt in de akku
ZORG ERVOOR DAT GEEN VAN DE VRIJKOMENDE GASSEN IN
KONTAKT KOMT MET DE HUID OF DE LUCHTWEGEN
Als compressorsmeermiddel met ogen in aanraking komt,
tenminste 5 minuten met water uitspoelen.
Als compressorsmeermiddel met huid in aanraking komt,
onmiddellijk afwassen.
Bij
inwendige
opname
compressorsmeermiddel een arts raadplegen.
Bij inademing van compressorsmeermiddel een arts raadplegen.
Nooit vloeistoffen toedienen of braken opwekken als de patiënt
bewusteloos is of convulsies heeft.
Veiligheidsgegevensbladen
motorsmeermiddelen moeten bij de respectievelijke leveranciers
aangevraagd worden.
Nooit de motor van deze machine binnen een gebouw zonder
voldoende ventilatie laten draaien. Bij werken aan of nabij de machine,
vermijden uitlaatdampen in te ademen.
Deze machine kan materialen zoals olie, dieselbrandstof, antivries,
remvloeistof, olie−/luchtfilters en accu's bevatten, die bij uitvoering van
onderhoud− en servicetaken op veilige wijze afgevoerd moeten
worden. Voor juiste afvoer van deze materialen de plaatselijke
autoriteiten raadplegen.
7/51, 7/71, 12/56
laten
staan
met
druk
in
van
grote
hoeveelheden
voor
kompressor−
Accu
Accu's bevatten zwavelzuur en kunnen gassen afgeven die
corrosief en potentieel explosief zijn. Contact met huid, ogen en kleding
vermijden. Bij eventueel contact, betreffende plaats onmiddellijk met
water spoelen.
NOOIT PROBEREN EEN MACHINE MET BEVROREN ACCU
D.M.V. DOORVERBINDINGSKABELS TE STARTEN DAAR DIT
EEN EXPLOSIE VEROORZAKEN KAN!
Bij gebruik van kabelstart altijd de grootste voorzichtigheid in acht
nemen. Voor kabelstart, einden van een startkabel op de positieve (+)
het
klem van elke accu aansluiten. Eén einde van de andere kabel
aansluiten op de negatieve (−) klem van de hulpstart accu en het
andere einde op een massa aansluiting van de ontladen accu
vandaan(om vonken te voorkomen in de nabijheid van eventueel
aanwezige explosieve gassen). Na starten van de unit, kabels altijd in
omgekeerde volgorde losmaken.
Radiateur
Hete motorkoelvloeistof en stoom kunnen letsel veroorzaken.
Verzekeren dat de radiateurvuldop met de nodige zorg en
voorzichtigheid afgenomen wordt.
Nooit de drukdop van een HETE radiator afnemen. Radiator laten
afkoelen alvorens dop af te nemen.
Generator aggregaten
Het generatoraagregaat is ontworpen voor veilig gebruik. De
verantwoordelijkheid voor veilig bedrijf is echter in handen van hen die
het installeren,
veiligheidsmaatregelen dienen als richtlijn die, indien nauwkeurig
opgevolgd, de mogelijkheid van ongevallen tijdens de levensduur van
dit apparaat tot een minimum beperkt.
Noodstopbedieningsorganen
Belangrijk:− Naast
hoofdbedieningspaneel, is er een tweede noodstop op het
contactdoospaneel voor gebruik bij eventuele electrische gevaren bij
bedieninggebruik van de generator. Deze onmiddellijk gebruiken om
alle electrische stroom van alle contactdozen te scheiden; dan de
motor d.m.v. de sleutel stoppen.
Aggregaat moet bediend worden in overeenstemming met erkende
electrische codes en plaatselijke veiligheids en gezondheids codes.
Het aggregaat moet bediend worden door personen die voor het
gebruik
hiervan
bedieningshandleiding gelezen en begrepen hebben. Nalaten om de
aanwijzingen, procedures en veiligheidsmaatregelen in de handleiding
op te volgen kan de mogelijkheid van ongevallen en letsel verhogen.
Aggregaat alleen maar starten wanneer dit veilig gedaan kan
en
worden. Nooit proberen met het aggregaat te werken als men weet dat
het in een onveilige staat verkeert. Breng een waarschuwingsbord op
het aggregaat aan en stel het buiten werking door de accuaansluitingen
los te maken en tevens alle niet−geaarde leidingen, zodat anderen die
niet van de onveilige staat op de hoogte zijn, niet proberen ermee te
werken voordat de fout hersteld is.
Onder de contactdozen is een aardaansluiting voorzien.
Het aggregaat mag alleen maar gebruikt worden wanneer de
aardaansluiting inderdaad direct op de aardleiding/massa aangesloten
is. Voor dit doel kan op verzoek een aardingsstaaf meegeleverd
worden (zie onderdelencatalogus ).
gebruiken
en
onderhouden.
de
sleutelbediening
noodstop
opgeleid
en
bevoegd
zijn,
De
volgende
op
het
en
die
de