KNX aanwezigheidsmelder PresenceLight 180/360 KNX
2.4.13
Afstandsbediening
Parameternaam
Teach-In gewenste lichtsterkte
via gebruikersafstandsbedi-
ening
Schakelen/dimmen A
Schakelen/dimmen B
Schakelen/dimmen extern 1
Schakelen/dimmen extern 2
Jaloezie extern 1
Jaloezie extern 2
2.4.14
Scènes
Parameternaam
Scèneregeling
Scènenummer
knop scène 1
Scènenummer
knop scène 2
Scènes vooraf instellen met
Theben HTS AG
Waarden
geblokkeerd
vrijgegeven
Niet-actief Aan het betreffende kanaal is geen IR-groepsadres toegewezen en
I , II , III Aan het betreffende kanaal wordt een IR-groepsadres toegewezen. Het
Waarden
interne scènes De parameter <Scènes vooraf instellen met> wordt getoond.
Scène zenden De parameter <Scènenummer knop scène 1> en <Scènenummer knop
Scènebouwsteen Hiermee kan een externe scènebouwsteen worden aangestuurd.
niet-actief Er wordt geen scènenummer gezonden.
1–64 Door het indrukken van de scèneknoppen op de gebruikersafstandsbe-
Afstandsbediening De uitgangswaarden worden met de gebruikersafstandsbediening
Betekenis
Deze functie is bij de gebruikersafstandsbediening SendoClic niet
beschikbaar.
Om lichtgroepen of externe kanalen te kunnen bedienen, moet het IR-
groepsadres van de aanwezigheidsmelder en van de SendoClic
met elkaar overeenstemmen.
Voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de IR-groeps-
adressen zie hoofdstuk 7 „Gebruikersafstandsbediening SendoClic
integreren" pagina 33.
In de ETS moet hetzelfde IR-groepsadres worden gedefinieerd dat
met de codeerschakelaar op de gebruikersafstandsbediening SendoClic
werd ingesteld.
het kan door de gebruikersafstandsbediening niet worden beïnvloed.
kanaal reageert op de opdrachten van de gebruikersafstandsbediening.
Betekenis
De aanwezigheidsmelder beschikt over een eenvoudige interne scène-
bouwsteen. In een scène worden waarden (AAN, UIT in de schakelmo-
dus, percentages bij de constante lichtregeling) voor de uitgangen licht
opgeslagen.
Beëindigen
- Afwezig
- ON / OFF met de gebruikersafstandsbediening SendoClic
De scènes kunnen door het indrukken van de scèneknoppen op de
gebruikersafstandsbediening SendoClic of door middel van een telegram
naar het scèneobject worden opgeroepen.
scène 2> worden getoond.
Aan de knoppen Scène 1 en Scène 2 van de gebruikersafstandsbedie-
ning SendoClic kunnen scènenummers worden toegewezen.
Daarvoor is de gebruikersafstandsbediening SendoClic noodzakelijk.
Door op scèneknop 1 van SendoClic te drukken, wordt een UIT-telegram
gezonden; wordt scèneknop 2 ingedrukt, dan wordt een AAN-telegram
gezonden.
diening SendoClic wordt het ingestelde scènenummer via object 24
(1 byte) gezonden. De toestanden van de scènes kunnen met de
SendoClic worden opgeslagen. Zie bedieningshandleiding SendoClic.
ETS De volgende parameters worden getoond:
- <Uitgangswaarde scène 1, licht A>
- <Uitgangswaarde scène 2, licht A>
- <Uitgangswaarde scène 1, licht B>
- <Uitgangswaarde scène 2, licht B>
De uitgangswaarden zijn vast ingesteld op de waarden die in de ETS
geparametreerd zijn.
opgeslagen. Zie bedieningshandleiding SendoClic.
Pagina 26 van 50
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden