KNX aanwezigheidsmelder PresenceLight 180/360 KNX
Object
Objectnaam
Object 13
Centrale opdracht
Object 14
Externe scène
Object 15
G kanaal lichtsterkte
2.3.4 Eigenschappen van de overige objecten
Object
Objectnaam
Object 16
H kanaal
aanwezigheid:
Object 17
J kanaal
aanwezigheid:
Object 18
H, J kanaal
aanwezigheid:
Theben HTS AG
Functie
Beschrijving
Ontvangen
Een AAN-telegram schakelt de kanalen A, B licht in. De reactie van de aanwezigheids-
melder is identiek aan het inschakelen door de gebruiker met een impulsdrukker. De
reactie is afhankelijk van het geselecteerde regelingstype. Zie hoofdstuk 3 pagina 28
Een UIT-telegram zorgt ervoor dat de kanalen A, B licht volgens de onderstaande
randvoorwaarden worden uitgeschakeld.
- geen beweging binnen de laatste 5 seconden:
het licht wordt onmiddellijk uitgeschakeld. De lopende nalooptijden voor de kana-
len A,B licht en stand-by worden op 0 gezet. De aanwezigheidsmelder bevindt zich
dan in de normale bedieningsmodus.
- Beweging tot aan het ontvangen van het UIT-telegram:
het licht blijft uitgeschakeld.
Volautomatisch:
- Wordt daarna weer een beweging herkend, dan wordt het licht bij onvoldoende
lichtsterkte weer ingeschakeld.
Aanwezigheidsmelder is geblokkeerd
- De centrale opdracht wordt niet uitgevoerd.
Ontvangen
Object beschikbaar als bij <Lichtkanalen blokkeren met externe scènes> „actief.."
werd geselecteerd.
Scènenummers die direct naar de actor worden gezonden, kunnen naar de aanwezig-
heidsmelder worden gezonden om de reactie van de aanwezigheidsmelder optimaal
te kunnen beïnvloeden.
Zie pagina 27 hoofdstuk 2.4.15
Lux-waarde
Object beschikbaar als bij <G kanaal lichtsterkte zenden> „actief.." werd gese-
zenden
lecteerd.
Het kanaal G lichtsterkte zendt via object 15 de huidige gemeten lichtsterkte als
2-byte-telegram. De frequentie van de telegrammen hangt af van de cyclustijd en de
minimale verandering van de lichtsterkte.
De 2-byte-telegrammen naar object 15 dienen ter visualisatie van een lichtsterkte,
mag echter niet voor een externe regeling worden gebruikt. Voor een dergelijke rege-
ling is het raadzaam de interne constante lichtregeling van de aanwezigheidsmelder
te gebruiken.
De gemeten lichtsterkte kan met de ruimtecorrectiefactor op de ruimtelijke omstandig-
heden worden aangepast. Zie pagina 19 hoofdstuk 2.4.3
Functie
Beschrijving
Schakelen
Object beschikbaar als bij <H kanaal aanwezigheid> „actief.." werd geselecteerd.
Het kanaal H aanwezigheid zendt bij aanwezigheid (lichtsterkteonafhankelijk, na even-
tuele vertraging door geparametreerde inschakelvertraging) een AAN- of UIT-telegram of
helemaal geen telegram. Na afloop van de nalooptijd wordt een AAN- of UIT-telegram
of helemaal geen telegram verzonden.
Waarde zenden
Object beschikbaar als bij <J kanaal aanwezigheid> „actief.." werd geselecteerd.
Het kanaal J aanwezigheid zendt bij aanwezigheid (lichtsterkteonafhankelijk, na even-
tuele vertraging door geparametreerde inschakelvertraging) een waardetelegram
of helemaal geen telegram.
Blokkeren/
Object beschikbaar als bij <Blokkeren kanalen aanwezigheid> NIET „niet-actief"
deblokkeren
werd geselecteerd.
Het kanaal aanwezigheid kan met een AAN- of UIT-telegram worden geblokkeerd.
Bij het begin van de blokkering zendt het kanaal aanwezigheid naar keuze een van de
volgende laatste telegrammen: AAN, UIT, geen telegram. Tijdens de blokkering zendt
het kanaal aanwezigheid geen telegrammen, niet op basis van aan-/afwezigheid en ook
niet op basis van de lichtsterkte.
Het kanaal aanwezigheid wordt met een AAN- of UIT-telegram gedeblokkeerd, als
aanvulling op het telegram bij het blokkeren. Na de deblokkering zendt de aanwezig-
heidsmelder zijn huidige toestand.
Pagina 12 van 50
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden