Inhoudsopgave
Advertenties
KNX aanwezigheidsmelder PresenceLight 180/360 KNX
2.4
Parameter
2.4.1 Algemeen
Parameternaam
Waarden
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus Master
Cyclustijd
parallelschakeling
Testmodus automatisch
beëindigen na
Parameterinstellingen
bij download
Registratiegevoeligheid
Verlaging registratiegevoe-
ligheid bij ruimtebewaking
Theben HTS AG
Betekenis
Master Een Master heeft de mogelijkheid om het licht te regelen (schakelen of constante lichtrege-
ling) en de aanwezigheidsinformatie door te sturen.
Slave Slaves worden gebruikt om het registratiebereik uit te breiden. Zij leveren aanwezigheidsin-
formatie aan de Master.
De parameter < cyclustijd parallelschakeling > wordt weergegeven.
Let op de opmerkingen over de parallelschakeling in hoofdstuk 4 pagina 29
Enkelvoudige
Aanwezigheidsmelder werkt als autonoom apparaat.
schakeling
Parallelschakeling Parallelschakeling: afhankelijk van de behoefte worden ter uitbreiding van het registra-
tiebereik op één „Master in parallelschakeling" extra melders als „Slave" aangesloten of
meerdere „Masters in parallelschakeling" worden met elkaar verbonden.
De parameter < Cyclustijd parallelschakeling > wordt weergegeven.
30 seconden
Elke melder zendt bij het herkennen van bewegingen maximaal twee AAN-telegrammen per
minuut. De afstand tussen twee telegrammen kan op max. 4 minuten worden ingesteld om
1 minuut
het aantal telegrammen te beperken.
2 minuten
Men dient erop te letten dat de afstand tussen twee triggertelegrammen altijd kleiner
4 minuten
wordt gekozen dan de nalooptijden.
2 – 60 min
Een geactiveerde testmodus wordt na afloop van de ingestelde tijd automatisch beëindigd.
Zie pagina hoofdstuk 6 voor de beschrijving van de testmodi.
30 min
De instelling heeft betrekking op de volgende parameters:
- Gewenste lichtsterkte kanaal A licht
- Ruimtecorrectiefactor kanaal A licht
- Alternatieve gewenste lichtsterkte kanaal A licht
- Registratiegevoeligheid (PIR)
- Verlaging registratiegevoeligheid bij bewaking
door download
De betreffende parameterwaarden (zie hierboven) in de aanwezigheidsmelder worden
overschrijven
overschreven. Gewijzigde instellingen met behulp van de management-afstandsbediening
SendoPro of via een busobject gaan verloren.
De in de ETS ingestelde parameters worden overgenomen.
door download
De betreffende parameterwaarden (zie hierboven) in de aanwezigheidsmelder blijven
ongewijzigd
ongewijzigd. Gewijzigde instellingen met behulp van de management-afstandsbediening
SendoPro of via een busobject blijven behouden.
1–5 De melder heeft 5 gevoeligheidsniveaus. De gevoeligheid geldt ook tijdens de testmodi.
Door de keuze van de bedrijfsmodus test-aanwezigheid wordt het ingestelde gevoeligheids-
niveau niet gewijzigd.
1 zeer ongevoelig
2 ongevoelig
3 standaard
4 gevoelig
5 zeer gevoelig
3 standaard De basisinstelling is het middelste niveau (3).
1–3 Om verkeerde alarmen te verhinderen, kan de gevoeligheid relatief, d.w.z. t.o.v. de basisre-
gistratiegevoeligheid in stappen wroden verlaagd.
1 weinig
2 standaard
3 sterk
2 standaard De basisinstelling is het middelste niveau (2).
Pagina 16 van 50
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden
Advertenties
Inhoudsopgave
