Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Theben HTS PresenceLight 180x-KNX Handboek pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

KNX aanwezigheidsmelder PresenceLight 180/360 KNX
Object
Objectnaam
Object 19
M kanaal
ruimtebewaking
Object 20
M kanaal
ruimtebewaking
Object 21
M kanaal
ruimtebewaking
Object 22
M kanaal
ruimtebewaking
Object 23
Parallelschakeling
Object 24
In-/uitgang scène
Theben HTS AG
Functie
Beschrijving
Melding
Object 19 - 22 beschikbaar als bij <M kanaal ruimtebewaking> „actief.." werd
geselecteerd.
Afhankelijk van de ingestelde parameters zendt de aanwezigheidsmelder via object 19
de bewegingsinformatie met grotere bescherming tegen een verkeerde activering:
<Soort melding>: Schakelen (AAN/UIT): Het kanaal bewaking verzendt bij het herken-
nen van een beweging een AAN-telegram, na afloop van de nalooptijd bewaking
een UIT-telegram.
<Soort melding>: Cyclisch met bevestiging: Het kanaal bewaking verzendt bij het
herkennen van een beweging een AAN-telegram. Wordt het telegram niet binnen de
geparametreerde wachttijd op object 20 bevestigd, dan zendt de melder weer een
AAN-telegram. Dit herhaalt zich totdat een bevestiging wordt ontvangen.
Bevestiging
Wordt het kanaal bewaking op "Cyclisch met bevestiging" ingesteld, dan verwacht
de melder een 0- of 1-telegram op object 20. Het herhaalt het AAN-telegram in cyclische
afstanden zolang er geen bevestiging heeft plaatsgevonden.
Sabotage cycl.
Om het demonteren van de aanwezigheidsmelder vast te stellen, zendt object 21
voortdurende UIT-telegrammen zolang de melder in bedrijf is.
Vrijgave
Het M kanaal ruimtebewaking kan bij beide <soorten meldingen> tijdens het bedrijf
met een AAN-telegram naar object 22 worden vrijgegeven, resp. met een UIT-telegram
worden geblokkeerd. Tijdens de blokkering worden geen telgrammen naar het meldob-
ject (19) gezonden.
Trigger in-/
Object beschikbaar als bij <Bedrijfsmodus Master> „parallelschakeling" werd
uitgang
geselecteerd.
De trigger-in/uitgang is voor de parallelschakeling van meerdere aanwezigheidsmelders
nodig. Deze is alleen zichtbaar bij de parametrering van de melder als „Master in paral-
lelschakeling" of als „Slave". Er zijn twee soorten schakelingen mogelijk:
Master-Slave parallelschakeling: één Master ontvangt de bewegingsinformatie van
meerdere Slaves in de ruimte en schakelt of regelt de verlichting naar behoefte. Het
voordeel is een uniforme schakeling met een gedefinieerde lichtsterkte. Dit kan bijvoor-
beeld in gangen worden toegepast, waarbij de Master op de donkerste plaats wordt
gemonteerd.
Master-Master parallelschakeling: meerdere Masters wisselen de bewegingsinformatie
onder elkaar uit. Het voordeel is een zone met uniforme aanwezigheidsregistratie, maar
met meerdere lichtmetingen; bijvoorbeeld 3 lichtgroepen in een ruimte, waarbij de groep
dichtbij het raam veel sterker kan worden gedimd dan de lichtgroepen in de ruimte.
Elke melder zendt bij het herkennen van bewegingen hoogstens twee AAN-telegrammen
per minuut. De afstand (cyclustijd) tussen twee telegrammen kan op max. 4 min worden
ingesteld. Men dient erop te letten dat de afstand tussen twee triggertelegrammen altijd
kleiner wordt gekozen dan de nalooptijden.
Let op de opmerkingen over de parallelschakeling op pagina 29 hoofdstuk 4
Afhankelijk van de ingestelde parameters kunnen via object 24 interne scènes worden
opgeroepen, scènes direct worden aangestuurd of een externe scènebouwsteen worden
geregeld.
Scène 1/2
interne scènes: object 24 wordt "Ingang scène" als bij <scèneregeling>
"Interne scènes" werd geselecteerd.
Een UIT-telegram naar het scène-ingangsobject roept scène 1 op, terwijl een
AAN-telegram scène 2 oproept.
Scènebouwsteen: object 24 wordt "Uitgang scène" als bij <scèneregeling>
"Scènebouwsteen" werd geselecteerd.
Als scèneknop 1 op de gebruikersafstandsbediening wordt ingedrukt, verzendt het
scène-uitgangsobject een UIT-telegram; bij het indrukken van scèneknop 2 wordt
een AAN-telegram verzonden.
Scènenummer
Object 24 wordt "Uitgang scène" als bij <scèneregeling> "Scène zenden"
werd geselecteerd.
Bij het indrukken van de scèneknoppen op de gebruikersafstandsbediening verzendt
het scène-uitgangsobject het ingestelde scènenummer.
Pagina 13 van 50
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Presencelight 360x-knx

Inhoudsopgave