Inhoudsopgave
Advertenties
Gebeurtenissen geheugen
Gedeeltelijke inschakeling
Geforceerd inschakelen
Geheugen gebruik
Hexadecimaal
Ingeschakeld
Inlooproute
Inlooptijd
Klantcode
Korte gebruikerscodes
Laatste-deurinstelling
LED Verlaat Pand
LED-bediendeel
Looptest
MA (medisch alarm)
Open zone
Overbrugde zones
Overval
Sabotage
Seriële-interfacemodule
Sleutelschakelaar Codering
Snel gedeeltelijk inschakelen
Snel geforceerd inschakelen
CS-175-275-575 Installatiehandleiding
Een lijst van gebeurtenissen die plaatsgevonden heeft in het
beveiligingssysteem. De gebeurtenissen worden opgeslagen in een
sequentiële eventbuffer met een tijd- en datumstempel. Er worden
maximum 100 gebeurtenissen opgeslagen in het gebeurtenissen
geheugen. Als het geheugen vol is, worden de oudste data overschreven
door de nieuwste data.
Schakelt het beveiligingssysteem zo in dat overdag een deel van het
gebouw wordt beveiligd.
Schakelt het beveiligingssysteem in wanneer een aantal zones open zijn
zonder elke zone individueel te overbruggen.
Een tijdelijk geheugen dat alle uitgesloten zones, alarmen en storingen
tussen twee inschakelingen bevat. Dit geheugen wordt gewist na elke
inschakeling.
Een telsysteem dat is gebaseerd op het grondtal 16. Het gebruikt de cijfers
1-10 en de letters A-F.
Het beveiligingssysteem is geactiveerd.
De weg die wordt gevolgd om het controlepaneel te bereiken en het
systeem uit te schakelen.
De tijdslimiet waarin de gebruiker het systeem moet uitschakelen vóór een
volledig alarm optreedt.
Code die door de alarmmeldcentrale wordt gebruikt om de gebruiker te
identificeren en de kosten aan te rekenen aan de gebruiker.
Een korte reeks nummers waarmee de gebruiker snel toegang kan krijgen
tot een taak.
Laat de gebruiker toe het controlepaneel zo te programmeren dat het
systeem wordt ingeschakeld zodra het controlepaneel detecteert dat de
deur waarlangs het gebouw wordt verlaten dicht is.
LED die brandt tijdens de uitlooptijd.
Bediendeel met een reeks lichtdioden.
Wordt gebruikt om te verifiëren of alle zone-ingangen correct werken. Elk
zone wordt geactiveerd, evenals de binnensirene.
Alle activeringen en herstelmeldingen van zone-ingangen tijdens een
looptest worden geregistreerd in het geheugen.
Medisch alarm dat wordt verzonden naar de alarmmeldcentrale door een
reeks sneltoetsen in te drukken.
Een zone die niet veilig is, zoals een beveiligde deur die of een beveiligd
raam dat werd open gelaten.
Zones die open blijven wanneer de rest van het systeem is ingeschakeld.
Deze zones kunnen worden betreden zonder dat een alarm wordt
gegenereerd.
Een overvalalarm treedt op telkens een overvalzone wordt geactiveerd,
zelfs als het controlepaneel is uitgeschakeld. Er zijn twee soorten
overvalalarmen: een stil en een akoestisch overvalalarm. Tijdens een stil
alarm worden de sirenes niet geactiveerd alleen doormelding . Bij een
akoestisch overvalalarm worden beide sirenes geactiveerd.
Als er wordt geknoeid met het beveiligingssysteem, wordt een sabotage
geregistreerd. Over het algemeen moet het systeem dan worden hersteld
door de installateur.
Module die het controlepaneel voorziet van een seriële poort. Op deze
poort kan een pc worden aangesloten.
Een mechanisch apparaat waarmee het systeem kan worden in- of
uitgeschakeld zonder een code te moeten invoeren.
De codering wordt normaal buiten de beveiligde ruimten geplaatst om het
systeem in of uit te schakelen. Een codering moet een éénpolige (twee
statussen) schakelaar zijn, die is verbonden met een zone.
Idem als gedeeltelijke inschakeling, maar zonder uitlooptijd.
Idem als geforceerde inschakeling, maar zonder uitlooptijd.
136
Advertenties
Inhoudsopgave
