Figuur 32
1. Ontluchtings-/vulplug
2. Controleplug
3. Controleer of het oliepeil tot aan de onderzijde van
de controleplug-opening in de tandwielkast staat
(Figuur 32).
4. Als het oliepeil laag is, verwijder dan de
ontluchtings-/vulplug van de bovenzijde van de
tandwielkast en vul zoveel olie bij als nodig is.
5. Monteer de pluggen.
Olie in de tandwielkast
verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren
De tandwielkast is gevuld met 80W–90 tandwielolie (of
een gelijkwaardig type).
1. Verwijder vuil van de ontluchtings-/vulplug en
de aftapplug om verontreiniging te voorkomen
(Figuur 32).
2. Verwijder de ontluchtings-/vulplug om luchtstroom
te verminderen.
3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug en
verwijder de plug.
Opmerking: De hoge viscositeit van koude
olie zorgt voor een lange aftapduur. (ongeveer 30
minuten)
4. Plaats de aftapplug terug nadat de olie volledig is
afgetapt.
5. Vul de tandwielkast met 80W-90 tandwielolie van
hoge kwaliteit. Gebruik het onderstaande schema
om de capaciteit van de tandwielkastolie te bepalen.
3. Aftapplug
Model
SR54
SR54–S
SR70
SR70–S
SR72
6. Monteer de ontluchtings-/vulplug.
7. Controleer het oliepeil en vul indien nodig bij.
Aandrijfketting inspecte-
ren/verstellen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 50 bedrijfsuren
Controleer de aandrijfketting op schade en de juiste
afstelling. De ketting mag in totaal ongeveer 13 mm
speling hebben (6 mm in elke richting).
De spanning van de ketting kan worden aangepast door
de hoofdcontramoer los te draaien en de contrastang
vast te draaien naar de gewenste stang (Figuur 33 of
Figuur 34). Pas de spanning van de ketting niet aan als
de ketting heet of warm is.
Model 54, 54–S, 70, en 72
1. Aandrijfketting
2. Contramoer
27
Capaciteit tandwielkast
1,9 liter
1,9 liter
1,9 liter
1,9 liter
3,8 liter
Figuur 33
3. Contrastang