Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Tractorbediening
U moet vertrouwd raken met het gebruik van de
onderstaande tractorbedieningen voordat u de beluchter
kunt bedienen:
• Aftakas inschakelen
• Toerental motor/aftakas
• 3-puntskoppeling (omhoog/omlaag)
• Bediening hulpklep
• Koppeling
• Gashendel
• Schakelhendel
• Parkeerrem
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding
voor instructies over de bediening.
Bedieningsprincipes
Met de driepuntskoppeling/bovenste schakel kan de
beluchter omhoog worden gebracht voor transport en
omlaag voor bediening.
Het vermogen van de aftakas van de tractor wordt
overgebracht via de assen, de tandwielkast en de
aandrijfkettingen met O-ringen naar een krukas die de
armen met de tanden in het grondoppervlak drijft.
Terwijl de tractor vooruit rijdt, de aftakas is ingeschakeld
de machine omlaag is gebracht, wordt er een serie
openingen in het gazonoppervlak aangebracht.
De insteekdiepte van de tanden wordt bepaald door de
hydraulische bovenste schakel uit te trekken of door
de vaste bovenste schakel op de gewenste stand in te
stellen.
Opmerking: Probeer een vaste bovenste schakel
nooit te verstellen terwijl de machine loopt.
De afstand tussen de openingen wordt bepaald door
de overbrengingsverhouding van de tractor (of de
stand van het hydrostatische tractiepedaal) en het aantal
tanden in elke tandenkop. De insteekafstand verandert
niet door het wijzigen van het toerental van de motor.
Aftakassnelheid tractor
De beluchter is ontworpen om te werken met een
aftakassnelheid van maximaal 500 tpm en is afhankelijk
van de grootte en het gewicht van de tanden. Voor
de meeste tractoren is een stand van 540 tpm van de
aftakas. Omdat het toerental van de motor en de aftakas
direct proportioneel is, kunt u als volgt het benodigde
motortoerental bepalen voor een toerental van 400 tpm
van de aftakas:
(Motortoerental bij een aftakassnelheid van 540 tpm) x
(400&÷540) = benodigd toerental motor
Als het toerental van de motor bijvoorbeeld 2700
bedraagt bij een aftakassnelheid van 540 tpm, betekent
dit:
2700 x (400÷540) = 2000 tpm
In dit voorbeeld levert een tractortoerental van
2000 tpm een aftakassnelheid van 400 tpm.
Als uw tractor een ander toerental van de motor
weergeeft bij 540 tpm van de aftakas, gebruik dan dat
getal in plaats van de 2700 uit het rekenvoorbeeld.
Oefenperiode
Zoek voordat u de beluchter gaat gebruiken een
ongebruikt gebied en oefen met het gebruik van
de machine. Bedien de tractor met de aanbevolen
versnellingsinstelling en aftakassnelheid en zorg dat
u vertrouwd raakt met de hantering van de machine.
Oefen met starten en stoppen, beluchter omhoog en
omlaag brengen, uitschakelen van de aftakasaandrijving
en het uitlijnen van de machine met de eerder
aangebrachte banen (werkgangen). Een oefensessie
zorgt voor vertrouwen in de prestaties van de beluchter
en helpt te zorgen voor de juiste bedieningstechnieken
op het moment dat de machine wordt gebruikt.
Als er sprinklersproeiers, elektriciteits- of
telefoondraden of andere obstructies zijn in het te
beluchten gebied, moet u deze items markeren om
ervoor te zorgen dat deze niet worden beschadigd
tijdens het beluchten.
20