Belangrijk: Als de machine achteruit moet
worden geduwd of gesleept, moet u ook zorgen
voor een omleiding langs de afsluitklep in het
verdeelstuk van de vierwielaandrijving. Sluit om
de controleklep te passeren een slang (slang
onderdeelnr. 95-8843, koppelingfitting nr. 95-0985
[2 stuks], en hydraulische fitting nr. 340-77
[2 stuks]) aan op de testaansluiting voor de
achterwaartse tractiedruk op de hydrostaat, en op
de aansluiting tussen de aansluitingen M8 en P2
van de achterste tractieverdeler, die zich achter het
voorwiel bevindt.
Opkrikpunten
Er zitten opkrikpunten aan de voorzijde en de achterzijde
van de machine.
WAARSCHUWING
Ondersteun de machine altijd met kriksteunen.
Vertrouw niet enkel op een krik of takel om de
machine te ondersteunen. Deze kunnen het plots
begeven en lichamelijk letsel of de dood tot gevolg
hebben.
•
Op het frame aan de binnenzijde van elke
•
In het midden van de achteras
Bevestigingspunten
Er zitten bevestigingspunten op de voorzijde, achterzijde en
zijkanten van de machine.
•
Twee aan de voorzijde van het bestuurdersplatform
•
De achterbumper
•
Gebruik uitsluitend DOT goedgekeurde strips als u de
machine bevestigt op een aanhanger.
•
Bevestig de machine in de vier hoeken.
Gebruikseigenschappen
Oefen u in het rijden met de machine, omdat deze machine
een hydrostatische transmissie heeft en de eigenschappen
ervan anders zijn dan die van veel gazonmachines. Een
aantal punten waarop u moet letten bij het gebruik van
de tractie-eenheid, het maaidek en andere werktuigen, zijn
de transmissie, het motortoerental, de belasting van de
maaimessen of andere onderdelen van werktuigen en het
belang van de remmen.
Dankzij Toro Smart Power™ hoeft de bestuurder het
toerental niet in de gaten te houden in zware omstandigheden.
Slimme energievoorziening voorkomt vastlopen in zware
omstandigheden door de machinesnelheid automatisch te
regelen en de maaiprestaties te optimaliseren.
De remmen kunnen worden gebruikt ter ondersteuning bij
het draaien van de machine. Ga echter voorzichtig te werk
indien u ze gebruikt, in het bijzonder op zacht of nat gras,
omdat het gazon per ongeluk kan scheuren. De remmen
kunnen ook worden gebruikt om de machine grip te laten
houden. In sommige heuvelachtige omstandigheden kan
het hoogste wiel slippen en grip verliezen. Als deze situatie
zich voordoet, trapt u het stuurpedaal voor het hoogste wiel
geleidelijk en met tussenpozen in totdat dit wiel niet meer
slipt, waarmee de tractie op het laagste wiel wordt vergroot.
De tractiehulp werkt nu automatisch en vereist geen
handelingen van de bestuurder. Als een wiel begint te slippen,
wordt de stroom automatisch verdeeld tussen de voor- en
achterwielen om slippen van de wielen en tractieverlies te
beperken.
Wees extra voorzichtig wanneer u de machine op hellingen
gebruikt. Zorg ervoor dat de stoelvergrendeling goed vastzit
en u de veiligheidsgordel hebt omgedaan. Rij langzaam en
maak geen scherpe bochten om omkantelen te voorkomen.
Om beter in balans te kunnen blijven tijdens het sturen, moet
het maaidek zijn neergelaten tijdens het afdalen.
Voordat u de motor afzet, moet u alle bedieningsorganen
uitschakelen en de gashendel op langzaam zetten. De
gashendel op langzaam zetten leidt tot een lager toerental en
minder lawaai en trilling. Draai het contactsleuteltje op UIT
om de motor af te zetten.
Voordat u de machine transporteert, moet u de maaidekken
opheffen en de transportvergrendelingen vastzetten
32).
1. Transportvergrendelingen (zijmaaidekken)
Tips voor bediening en gebruik
Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden waardoor het
gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de middag
om te voorkomen dat het directe zonlicht het gevoelige, pas
gemaaide gras schaadt.
36
Figuur 32
(Figuur