Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro Greensmaster 3300 TriFlex Gebruikershandleiding pagina 31

Tractie-eenheid
Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3300 TriFlex:
Inhoudsopgave

Advertenties

4. Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige
maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
Opmerking: Om ervoor te zorgen dat u het gazon
in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke
afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet
u uitgaan van een denkbeeldige zichtlijn, ongeveer
1,8 tot 3 m vóór de machine tot de rand van het
ongemaaide deel van de green
bestuurders vinden het handig de buitenrand van het
stuurwiel deel te laten uitmaken van de zichtlijn; d.w.z.
de rand van het stuurwiel in een rechte lijn te houden
ten opzichte van een punt dat altijd op dezelfde afstand
van de voorkant van de machine blijft.
5. Als de voorste randen van de manden over de rand
van het gazon komen, moet u de hef/maaihendel naar
achteren houden tot alle maaidekken opgetild zijn.
Hiermee brengt u de messenkooien tot stilstand en
brengt u de maaidekken omhoog.
Opmerking: Het is belangrijk om dit op het juiste
moment te doen zodat u de boord niet maait maar wel
zo veel mogelijk gazon maait. Zo moet u later minder
gras rond de buitenrand maaien.
6. U kunt de werktijd bekorten en de machine eenvoudig
voor de volgende maaibaan opstellen door de machine
een ogenblik in de tegenovergestelde richting te draaien
en daarna in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z.
als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets naar
links en dan naar rechts.
Opmerking: Op deze manier kunt u de machine
sneller richten voor de volgende maaibaan. Probeer
zo kort mogelijk te draaien, behalve bij warmer weer.
Dan minimaliseert een bredere bocht de beschadiging
van het gazon.
(Figuur
37). Sommige
31
Figuur 37
1. Markeringsstrook
2. Ongeveer 12,7 cm
Opmerking: Wegens de aard van de
stuurbekrachtiging zal het stuurwiel niet terugkeren in
zijn oorspronkelijke stand nadat u de machine heeft
gedraaid.
Belangrijk: U mag de machine nooit tot stilstand
brengen op een green terwijl de messenkooien van
het maaidek draaien, omdat hierdoor de green
kan worden beschadigd. Laat de machine ook
niet stoppen op een natte green omdat de wielen
van de machine dan sporen of afdrukken kunnen
achterlaten.
7. Als het alarm van de lekdetector klinkt als u een gazon
maait, moet u onmiddellijk de maaidekken omhoog
brengen, van het gazon rijden en de machine buiten
het gazon tot stilstand brengen. Stel vast waarom het
alarm is overgegaan, en verhelp het probleem.
8. Maak het werk af door de buitenste rand van de green
te maaien. Zorg ervoor dat u in een andere richting
maait dan de voorgaande keer.
Opmerking: Let altijd op het weer en de
gazonomstandigheden en zorg ervoor dat u in een
andere richting maait dan de voorgaande keer.
9. Wanneer u de buitenste rand gemaaid hebt, tikt
u de hef/maaihendel even naar achteren om de
messenkooien te stoppen. Rij vervolgens van het
gazon. Wanneer alle maaidekken van het gazon af zijn,
laat u ze omhoog komen.
Opmerking: Zo worden graskluiten op het gazon
tot een minimum beperkt.
10. Plaats de vlag terug.
3. Gemaaid gras aan de
linkerkant
4. Blijf u richten op een punt
op 2 tot 3 m vóór de
machine.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04510

Inhoudsopgave