Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (Eerder als de
brandstofstroom wordt belemmerd)
Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen
de brandstoftank en de carburateur
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Tap de brandstof af uit de brandstoftank
wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op
een open terrein. Eventueel gemorste brandstof
opnemen.
• Rook nooit als u brandstof aftapt en blijf uit
de buurt van open vuur of als de kans bestaat
dat benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
1. Sluit de brandstofklep, maak de slangklem op het filter
aan de kant van de carburateur los en verwijder de
brandstofslang van het filter
Figuur 44
1. Brandstofklep
2. Plaats een opvangbak onder het filter, maak de andere
slangklem los en verwijder het filter
3. Monteer het nieuwe filter. Let erop dat de pijl op de
filterbehuizing van de brandstoftank af wijst.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar
Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen
of loszittende verbindingen.
(Figuur
44).
(Figuur
44).
2. Brandstoffilter
(Figuur
44).
Onderhoud elektrisch
systeem
Onderhoud van de accu
Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt
gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft. Sla
de machine op in een koele ruimte om te voorkomen dat de
accu ontlaadt.
Controleer het zuurpeil om de 50 bedrijfsuren of om de 30
dagen, wanneer het voertuig is opgeslagen.
GEVAAR
Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif
dat ernstige brandwonden veroorzaakt.
• U mag accuzuur nooit inslikken en moet
elk contact met huid, ogen of kleding
vermijden. Draag een veiligheidsbril en
rubberhandschoenen om uw ogen en handen te
beschermen.
• Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon
water aanwezig is om indien nodig uw huid af
te spoelen.
U kunt het peil in de cellen bijhouden met gedestilleerd of
gedemineraliseerd water. Vul de cellen niet hoger dan de
onderkant van de sleufring in elke cel.
Houd de bovenkant van de accu schoon door deze af en toe
te reinigen met een borstel die in een oplossing van ammoniak
of natriumbicarbonaat is gedompeld. Spoel de bovenkant na
het reinigen af met water. Verwijder nooit de vuldoppen als
u de accu reinigt.
De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten zodat
ze goed contact maken.
WAARSCHUWING
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen, waardoor
lichamelijk letsel kan ontstaan.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan
voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u de kabels
losmaken, de minkabel (-) eerst, en de klemmen en polen
38