bereikt, moet u voor verdere afstelling contact
opnemen met een erkende servicedealer of de
Onderhoudshandleiding raadplegen.
Transportsnelheid afstellen
Maximale transportsnelheid afstellen
De maximale transportsnelheid wordt in de fabriek ingesteld,
maar mogelijk moet u het tractiepedaal afstellen als het
pedaal een volledige slag heeft afgelegd voordat het contact
maakt met de pedaalaanslag, of als u de transportsnelheid
wilt verlagen.
Om de maximale transportsnelheid te verkrijgen, moet u
de schakelhendel in de
TRANSPORTSTAND
tractiepedaal intrappen. Als het pedaal contact maakt met de
pedaalaanslag
(Figuur
47) voordat u spanning op de kabel
voelt, voer dan de volgende afstelprocedure uit:
1
1. Pedaalaanslag
1. Zet de schakelhendel in de
de borgmoer los waarmee de pedaalaanslag is bevestigd
aan de vloerplaat
(Figuur
2. Draai de pedaalaanslag vast totdat deze niet meer tegen
het tractiepedaal aan komt.
3. Houd het transportpedaal licht ingetrapt en stel de
pedaalaanslag zodanig af dat deze contact maakt met
de pedaalstang, en draai de moeren vast.
Belangrijk: De kabel mag niet te strak staan,
omdat de kabel dan sneller slijt.
Transportsnelheid verminderen
1. Trap het tractiepedaal in draai de borgmoer los waarmee
de pedaalaanslag is bevestigd aan de vloerplaat.
2. Zet de pedaalaanslag losser totdat u de gewenste
transportsnelheid hebt verkregen.
zetten en het
Figuur 47
TRANSPORTSTAND
47).
3. Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te
zetten.
Maaisnelheid afstellen
De maaisnelheid is in de fabriek afgesteld op 6,1 km per uur.
De voorwaartse maaisnelheid kan ingesteld worden van 0
tot 8 km per uur.
1. Draai de contramoer op de draaitapbout los
48).
2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings-
en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn
bevestigd.
g015494
1. Contramoer
2. Moer
3. Draai de draaitapbout rechtsom om de maaisnelheid
en draai
te doen afnemen en linksom om de maaisnelheid te
doen toenemen.
4. Draai de contramoer op de draaitapbout en de moer op
het scharnierpunt van het pedaal vast om de afstelling
te vergrendelen
stel nogmaals af indien dit nodig is.
40
3
Figuur 48
3. Draaitapbout
(Figuur
48). Controleer de afstelling en
(Figuur
2
1
g014625