1
1. Motor van de messenkooi
2. Sleufas
7. Monteer een grasvanger op de haken aan de
ophangarm.
8. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken.
De maaidekken verwijderen
1. Parkeer de machine op een schoon en horizontaal
oppervlak, laat de maaidekken tot op de grond neer tot
de ophanghydrauliek volledig is uitgetrokken. Zet de
motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Duw de motorbevestigingsstang uit de sleuven op de
motor in de richting van het maaidek en verwijder de
motor uit het maaidek.
2 3
Figuur 32
3. Holte
4. Motorbevestigingsstang
4
1
1. Motor van de messenkooi
3. Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van
de ophangarm
g014690
Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de
maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaamheden
aan een maaidek verricht, moet u de motoren van de
messenkooien van het maaidek in de opbergruimte
op de voorkant van de ophangarmen plaatsen om
beschadiging te voorkomen.
Belangrijk: Breng de ophanging niet omhoog
in de transportstand als de messenkooimotoren
zich in de houders in het frame van de machine
bevinden. Dit kan schade aan de motoren of
slangen tot gevolg hebben. Als u de tractie-eenheid
moet verplaatsen terwijl de maaidekken niet
gemonteerd zijn, bevestig deze dan met
kabelklembanden aan de ophangarmen.
4. Open de vergrendelingen op de stang van de
ophangarm van het maaidek dat u wilt verwijderen
(Figuur
5. Maak de vergrendelingen van de stang van het maaidek
los.
6. Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan.
7. Herhaal indien nodig stap
andere maaidekken.
29
2
Figuur 33
2. Motorbevestigingsstang
(Figuur
34).
Figuur 34
30).
2
tot en met
g014605
g014608
6
voor de