Toerental van de
messenkooien instellen
Om een constante, hoge maaikwaliteit te verkrijgen en een
uniform aanzicht na het maaien moet u de snelheid van de
messenkooi (op het verdeelblok, onder de afdekking links
van de stoel) juist instellen. U stelt de toerentalregeling van
de messenkooien als volgt in:
1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn
ingesteld.
2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor de
maaiomstandigheden.
3. Met behulp van de bijbehorende grafiek (zie
35) voor maaidekken met 5, 8, 11 of 14 messen kunt
u de juiste instelling voor de toerentalregeling van de
messenkooien bepalen.
4. Om het toerental in te stellen, draait u aan de knop
(Figuur
36) tot de wijzer de gewenste instelling aangeeft.
Figuur 35
Figuur
1. Toerenregelaar van messenkooien
Opmerking: U kunt het toerental van de
messenkooien verhogen of verlagen om te
compenseren voor de veranderingen in de
gazonomstandigheden.
Maaien
Voordat u greens gaat maaien, moet u een open ruimte
zoeken om het starten en stoppen van de machine, het
omhoog en omlaag brengen van de maaidekken en het nemen
van bochten te oefenen.
g014736
Controleer of er rommel op het gazon ligt, verwijder de
flag van de cup, en bepaal in welke richting u het beste kunt
maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande maairichting.
Maai altijd in een ander maaipatroon dan het vorige, zodat
de grassprieten minder snel plat gaan liggen en daardoor
moeilijker tussen de messen van de messenkooi en de snijplaat
kunnen komen.
1. Rij naar de green met de schakelhendel in de
M
AAISTAND
2. Begin aan de rand van de green zodat u kunt maaien
in banen.
Opmerking: Dit beperkt de verdichting tot een
minimum en zorgt voor een verzorgd en aantrekkelijk
maaipatroon op de greens.
3. Activeer de bedieningshendel van de hefinrichting op
het moment dat de voorste randen van de grasmanden
over de buitenrand van de green komen.
Opmerking: Hiermee laat u de maaidekken neer op
de grasmat en start u de messenkooien.
Belangrijk: Maaidek 1 heeft een vertraging, en
daarom moet u zich de timing eigen maken die
nodig is om het maaien van overgebleven gras tot
een minimum te beperken.
30
Figuur 36
en de gashendel op vol gas.
1
g014623