SPANNING AFVOERBAND G22
De afvoerband (A Fig.20) wordt onder
spanning gehouden door veren B (Fig.20)
gelegen op het voorste deel van de band.
De spanning moet ingesteld worden op
een stilstaande band via de schroeven C.
Controleer dat de ruimte tussen de windingen
tussen de waarde 0,5 en 1 mm ligt.
N.B.: Voor een goede werking van de
afvoerband moet u controleren dat de band
binnen schoon is, inclusief de rollen, en dat
de schrapers correct liggen.
SPANNING VERPLAATSBARE AFVOERBAND
De afvoerband (A Fig.21) wordt onder spanning gehouden door veren (B Fig.21) gelegen op het voorste deel van de
band.
De spanning moet ingesteld worden op een stilstaande band via de schroeven C. Controleer dat de ruimte tussen de
windingen tussen de waarde 0,5 en 1 mm ligt.
N.B.: Voor een goede werking van de afvoerband moet u controleren dat de band binnen schoon is, inclusief de rollen,
en dat de schrapers correct liggen.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
A
A
C
B
B
Ed. 10/2011
C
I
37