VASTHAKEN
1) De machine moet vastgehaakt worden aan een tractor met geschikt gewicht, zodat manoeuvres als slepen en stoppen
op een veilige wijze kunnen plaatsvinden (ook bij volle belading). In ieder geval mag de verhouding van het gewicht van de
tractor tot het gesleepte gewicht niet lager zijn dan de wettelijke voorschriften.
Controleer op het kentekenbewijs van de tractor de verticaal op de trekhaak toegestane lading: deze moet groter zijn dan
de waarde aangegeven op de sticker van de disselboom.
Stel de trekdisselboom zo af dat de aangehaakte machine parallel staat ten opzichte van het terrein.
2) Na bevestiging van de wagen moet men de tractor remmen en uitschakelen en de sleutel uit het startcontact verwijderen.
Plaats de bedieningsconsole in de tractor op een voor de bediener ergonomische plek.
CARDANAS
De machine wordt met een cardanas geleverd om aan een tractor te kunnen worden gekoppeld.
OPM: Alvorens het werk aan te vatten moet u de ketting van de beveiligingen aan de daarvoor bestemde haak op de
tegenkap vastmaken (de tractor dient stil te staan en de sleutels mogen niet in het contact steken).
MOGELIJKE AFSTELLINGEN VAN DE DISSELBOOM
OPM.:
Het aanspankoppel van de schroeven
Na de plaatsing van de disselboom moet men controleren dat de moer
Vermijd om smalle bochten te nemen met een draaiende cardanas.
m
3
14
16
18
21
24
GEBRUIK EN ONDERHOUD
moet 710 Nm bedragen.
B
B
A
A
A
B
mm
mm
345
935
345
935
3450
935
485
1.020
499
1.089
) goed is aangedraaid
Fig. 1
Ed. 10/2011
I
23